5 december 1930: Zijlstra aan Ritter:
Hooggeachte Heer Ritter,
Dank voor Uw brief d.d. 29 November. Ik begrijp inderdaad, dat U dikwijls met moeilijkheden zult hebben te kampen en indien mevrouw van Wijhe mij van te voren had geraadpleegd, zou ik haar stellig hebben afgeraden naar Dr. ter Braak te gaan. Toch heeft ter Braak het goede spoor verlaten door zuiver het accent op het critische te leggen, zoodat ik gaarne van U de verzekering zou ontvangen, dat hij geen boeken meer van ons door de radio zal bespreken. Laat hij zijn critiek dan maar in De Stem botvieren.
Inmiddels, met vriendelijke groet,
D. Zijlstra.