28 oktober 1930: Ter Braak aan Ritter (doorgestreept briefhoofd: Balans 30/31 Algemeen Jaarboek der Nederlandsche Kunsten):
Zeer geachte Heer Ritter
Door dezen bericht [ik] U de goede ontvangst van Uw schrijven van 27 dezer. De Fa. Nijgh en van Ditmar zal mij zoo spoedig mogelijk een exemplaar van het boek van mevr. Smeding doen toekomen; ik hoop dus in staat te zijn, de syllabus tijdig aan de Radiobode te zenden.
Ik heb tevens een exemplaar van het boek voor U aangevraagd, en van het bedrag van het hon. kennisgeving aan de AVRO gezonden.
Inmiddels, met de meeste hoogachting, Uw dv. Menno ter Braak.