12 oktober 1930: Ritter aan Ter Braak:
Zeer geachte Heer Ter Braak,
Allereerst mijn excuses voor het uitblijven van nadere berichten mijnerzijds. Ik ben gedurende de maand Augustus met vacantie geweest en bij mijn terugkomst vond ik een zoo ongelooflijk groote stapel werk dat ik er even wanhoopig onder werd. Ik voel dat ik voor U iets bijzonders moet doen en heb daarom den datum van 23 November a.s. voor U ‘eruit gebroken’.
Echter moet ik U verzoeken, een ander onderwerp dan het door U genoemde te kiezen. Dezer dagen zal ik U eenige werken ter keuze opgeven van de najaarsmarkt. Ik heb het boek van Ilja Ehrenburg van de lijst afgevoerd. Schrijft U mij nog even of 23 November U schikt? Bij voorbaat mijn dank daarvoor.
Met hoogachting en beleefde groet, P.H. Ritter Jr.