5 oktober 1930: Ter Braak (uit Rotterdam) aan Ritter:
Zeer geachte Heer Ritter
Naar aanleiding van Uw brief van 28 Juli heb ik vergeefs op nader bericht van U gewacht. Ik ben nu in het onaangename parket, dat ik het boek van Ehrenburg voor einde October moet hebben besproken; zoudt U mij dus nog even kunnen meedeelen, of, en zoo ja wanneer, de lezing voor de radio doorgaat? Ik weet dan, wat ik met het boek moet doen.
Gaarne, in afwachting van Uw antwoord, hoogachtend, Menno ter Braak.