Verzorgd Nederlands
(1974)–H.M. Hermkens– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 59]
| |
11. BombastOnze tijd is afkerig van gezwollen, zinledige taal. Deste merkwaardiger was de voorkeur die veel sportredacteuren en speciale correspondenten in het jongste verleden aan de dag hebben gelegd voor bombastGa naar eind98. De aparte sfeer van een wedstrijd roept van zelf een apart taalgebruik opGa naar eind99: veel vreemde (vooral Engelse) woorden; een bewuste keus uit het arsenaal van de algemene taal; betekenisverdichting, mogelijk gemaakt door de beperkte situatie; affectieve geladenheid, zich vooral uitend in bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden; beeldende veraanschouwelijking. Als daar een vleugje humor bijkomt, kan het een aanvaardbaar verslag zijn, prettig om te lezen, zelfs voor degenen die nog nooit een bal hebben gezien. Maar als de correspondent zich, zonder enig gevoel voor relativiteit, te buiten gaat aan grote woorden en overspannen zinnen, dan zijn we terechtgekomen bij de ‘aparte sfeer’ van de ouderwetse sportverslagen: naïviteit, opgeblazenheid, smakeloosheid.
Hoogdravende, gezwollen taalGa naar eind100 wordt gekenmerkt door de volgende eigenschappen: 1. grote woorden: vreemde woorden die geen functie hebben of die op gewichtigdoenerij berusten; patswoorden (aangedikte bijv. naamwoorden en bijwoorden): fenomenaal, daverend, sensationeel, subliem, aartsvlug, fantastisch, een grootse allure, onnavolgbaar, bulderende stunts; hyperbolen (overdreven voorstellingen): de tribune zakte van het enthousiasme der toeschouwers in elkaar. 2. valse beeldspraak: - clichés (afgezaagde beeldspraak); - lachwekkende voorstellingen: Onverenigbare gegevens: De mijnen kunnen geen ijzer met handen breken. De liederen onderstreepten de kwaliteit van dit mannenkoor. De vooruitgaande techniek heeft een nieuw kind ter wereld gebracht: de televisie. De televisie staat nog pas in haar kinderschoenen. Beeldcontaminatie: Het vertrek van de Nederlanders uit Indonesië zal vele bronnen voor irritatie wegnemen. Hij knoopte er ogenblikkelijk de keerzijde van de medaille aan vast. | |
[pagina 60]
| |
3. overspannen zinsbouw.
Hieronder volgen enkele knipsels uit een provinciale krant van ongeveer tien jaar geleden, waarin alle gesignaleerde fouten (en vele andere) aanwezig zijn: Appel beukte even later van geringe afstand de body van de E.B.O.H.-keeper en toen Dingena (ijverig en gevaarlijk, maar al te zeer verwaarloosd) de bal keurig had vrij gespeeld zag hij zijn prima schot door doelman Broere talentvol gekeerd. ... een waar bastion van rode duivels, waarop Fortuna zich doodgewoon en op pijnlijke wijze te pletter liep. Nauwelijks had, direkt na de thee, Eggels een kanonskogel van zijn voet zien afstuiten op de massieve body van Terlouw, of een aalvlugge sprint bracht van Ede tot vlak voor Jacobs. Limburgia ontving uit dat ontstuimig begin van nac de impuls om de bakens te gaan verzetten en anders uit te pakken. Knotshelder stak zaterdagavond op het Heerlense Groene Boordcircuit het stralende gezicht van een kleine, donkere Belgische profwielrenner af tegen een door veel wolken afgedekte grauw uitziende hemel. Over het aanvalsspel van de Limburgse voorhoede kwam na Janssens doelpunt, in de 20ste minuut van de eerste helft gescoord, een matheid te liggen, die zich uitsprak in een zwak maatgevoel bij de passes, in een afwezigheid van een priemende aggressiviteit, in een teruglopend tempo waardoor de Bredase halfs, strijdlustig en vurig, het middenveld voor zich konden opeisen. Dwars door een woud van lichamen plaatste Janssen zijn voet onder het leer. In de oer-zware etappenwedstrijd werd een hels slotoffensief ontketend. Een algemene stormloop, door Stephan op de rechtervleugel ingeluid, leidde tot een heftige scrimmage, waaruit Hellemons tegen van Dijk opknalde. Als een hazewind rende hij op de uitlopende Herkenrath af en de manier, waarop hij deze het nakijken gaf, was onnavolgbaar. Abe Lenstra, ondanks het feit, dat hij in 14 dagen 12 pond is afgevallen (onder dokters controle), miste het flitsende in zijn spel van vroeger, zijn afgeven van de bal leed aan onnauwkeurigheid en ondanks het feit, dat hij een juweel van een doelpunt scoorde - het eerste - heeft hij te veel fraaie kansen gemist, vooral in de tweede helft, om hem het praedikaat ‘beste speler van het elftal’ te verlenen. Na de thee pakte de voorhoede grandioos uit: door een snelle combinatie werd de verdediging van het oranjeteam opengescheurd, waarbij Antenen de motor van de voorhoede bleek te zijn en spil Vonlanden stuwend bergen verzette en er steeds maar weer voor zorgde, dat de bal | |
[pagina 61]
| |
op de Nederlandse helft bleef. Donkere wolken pakten zich boven de Nederlandse veste samen, toen de Belgische scheidsrechter Smit een ingrijpen van Van Bun tegen Scheller ongemotiveerd zwaar bestrafte met een penalty waartegen aanvoerder Timmermans tevergeefs protesteerde. De ontmoeting verliep weergaloos spannend met snelle, gevaarlijke aanvallen van beide kanten waarbij de rechterwing Van Gemert uitstekende dingen deed en keeper Poell danig aan de tand voelde met harde welgemikte schoten. Al verbleekte de allure van een grommend M.V.V. nauwelijks, toch kwamen de zwart-witten gaandeweg iets meer aan bod. In de laatste minuut kroop het Venlose doel nog door het oog van de naald, toen Stephan uit 'n corner de bal ineens op zijn schoen nam.
Het goede sportverslag wordt gekenmerkt door: een weloverwogen woordkeus: duidelijke en verstaanbare termen (niet te veel vreemde woorden); sobere adjectieven; een plastische voorstelling (maar geen valse beelden); een emotionele geladenheid (maar geen vals gevoel); een eenvoudige, heldere zinsbouw; een milde humor (enige overdrijving is toegestaan, mits het gevoel voor de betrekkelijke waarde van de sportprestatie aanwezig blijft).
Een verslag uit ‘De Tijd’, daterend uit dezelfde periode, dat goede eigenschappen vertoont: Blauw-Wit en Elinkwijk laten het publiek wachten op voetbal (Van onze speciale verslaggever) Geduld mag dan een schone zaak zijn, de voetbalenthousiasten die een plaatsje gezocht hadden op de tribunes van het Olympisch Stadion te Amsterdam, hebben allerminst kunnen waarderen dat zij van de eerste tot en met de negentigste minuut hebben moeten wachten tijdens de eerste wedstrijd van de derde ‘double’ in dit seizoen, die tussen Blauw-Wit en Elinkwijk. Die toeschouwers hebben zelfs hun geduld beproefd gezien nog voor het aanvangssignaal gegeven werd. Toen scheidsrechter Leo Horn namelijk de grasmat op wilde stappen, ontdekte hij dat Blauw-Wit en Elinkwijk van plan waren om in dezelfde kleuren te spelen. Het enige verschil was, dat Blauw-Wit de kleurencombinatie blauw en wit verticaal gestreept gebruikte en Elinkwijk horizontaal. Negen minuten duurde het eer Blauw-Wit, nu in wijnrode shirts, terugkeerde uit de kleedkamers. Naderhand is het eigenlijk niet duidelijk geworden, waarom de tenues van Blauw-Wit en Elinkwijk zo verschillend moesten zijn. De heren speelden elkaar braaf de bal toe, ongeacht of de man in het rood, dan | |
[pagina 62]
| |
wel in het blauw en wit gestoken was. Wij willen er maar mee zeggen, dat er nauwelijks sprake geweest is van vloeiend combinatiespel. Daar hebben de toeschouwers almaar op gewacht. Zij hebben trouwens ook tot vervelens toe moeten wachten op allerlei andere dingen die bij het voetbalspel horen. Op doelpunten bijvoorbeeld, op spannende momenten, kortom op alles wat met goed voetbal te maken heeft. |
|