Men stelt het soms wel voor alsof het verschijnsel dat men met deze naam aanduidt, een van de onverwachte nieuwe plagen is, die de veiligheid, welke de moderne techniek met zoveel inspanning poogt op te bouwen, wreed verstoren.
Deze zienswijze kan door de wetenschap maar ten dele onderschreven worden.
Op zichzelf is erosie niet iets dat van vandaag of gisteren dateert. De aarde, zoals zij zich thans aan ons vertoont, zou niet denkbaar zijn zonder erosie. De mens, al in de meest primitieve beschavingsvorm een erosieve factor van groot gewicht, zou zonder erosie nooit zijn ontstaan. Het is heel wel mogelijk juist de erosie op te vatten als het voornaamste element dat een dynamische planeet als de aarde onderscheidt van een dood hemellichaam zoals, bij voorbeeld, de maan.
Deze wijze van beschouwen zal in dit boek dan ook worden gevolgd.
Erosie wordt, in het algemeen gesproken, onderscheiden in twee soorten. Dit zijn de geologische erosie en de versnelde erosie, ook wel bodemerosie genaamd.
De uitdrukking ‘versnelde erosie’ geeft de indruk als zou de eerder genoemde ‘geologische erosie’ langzame erosie zijn. Deze indruk is onjuist.
Het gaat in feite om één enkel complex van processen. Het onderscheid bestaat alleen hierin, dat de geologie zich in het algemeen bezighoudt met grote vormen zoals gebergten of rivierdalen, terwijl de bodemkunde zich bezighoudt met bodems. De bodem, waaronder men het bovenste gedeelte van de aardkorst verstaat waarin de planten wortelen, kan onder bepaalde omstandigheden in zeer korte tijd verdwijnen, worden geërodeerd. Dit proces kan onder meer door de werkzaamheid van de mens worden versneld (maar ook wel vertraagd). De gevolgen van bodemerosie zijn zichtbaar binnen een paar maanden, soms zelfs binnen enkele dagen. Men kan binnen een mensenleeftijd waarnemen dat een bodem beschadigd is of vernietigd, geërodeerd.
Anders is het gesteld met een berg, of een rivierdal. Het is bekend