Voorwoord
De overtuiging dat de wetenschap binnen ieders bereik behoort te zijn, is misschien te idealistisch, maar bewerkt toch dat er telkens weer pogingen worden gedaan het niet-deskundige publiek op algemeen begrijpelijke wijze voor te lichten.
Is dit doel onbereikbaar?
Misschien.
Sommige wetenschappen, ik denk vooral aan de wis- en natuurkunde, vergen dat iemand die de nieuwste vorderingen ervan begrijpen wil, op jeugdige leeftijd al zich er geheel aan wijdt, om zich de noodzakelijke basiskennis eigen te maken. Populaire verhandelingen over relativiteitstheorie, atoomsplitsing, cybernetica, enz. krijgen door de noodzakelijke vereenvoudigingen, onwillekeurig een romantisch aureool in het oog van de leek. Aan de ene kant is daardoor de science-fiction ontstaan, een onschuldig vermaak, aan de andere kant verliest het publiek nooit het gevoel dat het eigenlijk voor de gek gehouden wordt. Een soort angst, zelfs haat tegen de wetenschap is dan het falikante gevolg van de goedgemeende pogingen begrip te wekken.
Het onderwerp dat in dit boek behandeld wordt, ligt gelukkig niet op het terrein van de theoretische natuurkunde, maar valt binnen het bestek van de toegepaste wetenschap. De theoretische kennis, nodig om het erosieprobleem te begrijpen, is elementair en bovendien heb ik niet geaarzeld hier en daar ter verduidelijking passages in te lassen die op zichzelf eerder in leerboeken der natuurkunde, chemie of mineralogie thuishoren. Mijn bedoeling is geweest dat ook wie de betreffende feiten nooit geleerd heeft of ze sinds zijn schooljaren vergeten is, toch alles bij de hand zou hebben om het betoog te kunnen blijven volgen.
Ik hoop dat het boek leesbaar zal zijn voor iedere belangstellende en misschien leerzaam als inleiding voor hen die landbouwonderwijs volgen of gevolgd hebben, voor beginnende studenten in de geologie, de geografie, de economie en de sociale wetenschappen, kortom ieder