Idee
Je hoort zelden een Limburgse notabele een uitspraak doen waaruit enige geest blijkt. Als die notabelen hun mond al roeren is het op schuttersfeesten en op recepties waar ze jubilarissen huldigen. En wat ze daar zeggen is de moeite van het vermelden niet waard. Onze notabelen willen zich ook nog wel eens achter religieuze en folkloristische gebeurtenissen scharen om er hun diepe tevredenheid over uit te spreken.
Bepaalde functionarissen zwijgen zolang mogelijk en doen pas hun mond open als ze van iets beschuldigd worden. Dan proberen zij zich schoon te wassen. En dat lukt hen soms vrij aardig omdat niemand hen tegenspreekt. Ware er geen beschuldiging geweest, ze zouden hun leven lang in hun handel en wandel volhard hebben, ondertussen hun zakken vullend met andermans geld.
Gelukkig dat tegenwoordig niet alles met de mantel der liefde bedekt wordt zoals voorheen, maar dat aan het daglicht gebracht wordt wat in de duisternis is bedreven.
De enige die zo nu en dan de knuppel in het hoenderhok gooit is de gouverneur. Hij zegt dingen die mij soms de kriebels bezorgen, maar hij durft in elk geval een idee te lanceren. Waarschijnlijk zal het hem verder een zorg zijn of hij beschuldigd wordt van onkunde. Hij probeert de mensen in beweging te brengen, hen tot iets aan te zetten, hen een doel voor ogen te houden. En als hem dat lukt is zijn opzet geslaagd. Welke opzet? Limburg te verkopen om er werkgelegenheid voor in de plaats te krijgen.
Zegt hij dingen die ongenuanceerd zijn? Natuurlijk. Hij weet dat. Maar hij weet ook dat anderen nu verplicht zijn positie te kiezen, in het geweer te komen, protest aan te tekenen. En zo komt er toch nog beweging in anders bewe-