De zwijgende vader
Vaders zijn vaak geen sprekers. Vaders zijn werkers. En als ze niet werken kijken ze televisie, zitten ze ergens langs het water met een hengel of staan ze langs de lijn op het voetbalveld.
Vaders spreken soms zo weinig met hun kinderen! Ze hebben maar enkele woorden. ‘Kom aan tafel’. ‘Eet’. ‘Houd je stil’. ‘Wat moet je nu weer?’.
Hun woordgebruik kent weinig variaties. Vaders drukken zich vaak ook niet aardig en vriendelijk uit. Ze houden het bij commando's, bevelen, meestal geschreeuwd. ‘Probeer me niet met dat meisje aan de deur te komen’. ‘Zwijg als ik spreek’. ‘Houd je mond, je weet er niks van’.
Moeders hebben méér woorden, ook al zeggen ze met die woorden niet veel. Ze praten soms alleen maar vanwege de warmte die de woorden verspreiden, om het kind gerust te stellen of om te laten blijken dat alles ‘goed’ is.
Als later de volwassene terugkijkt op zijn jeugd, dan herinnert hij zich vaak een zwijgende vader en een zorgende moeder. Want ook spreken is ‘zorg’.
Een zwijgende vader geeft het kind geen woorden. De wereld evenwel bestaat uit woorden en wie woorden heeft, vindt er zich gemakkelijker in terecht dan iemand die geen woorden heeft.
Iemand die geen woorden heeft, komt ook moeilijker klaar met zijn gevoelens.
Zwijgende vaders zijn mensen die hun kinderen niet leren hoe ze hun gevoelens moeten uiten of hoe ze zich er meester van kunnen maken. Die kinderen staan straks vol onverwerkte gevoelens in de maatschappij, omdat niemand hen geleerd heeft met hun gevoelens om te gaan.
‘Woorden hebben’ betekent: in de wereld de mogelijkheid