Rond de speekselsector
Limburg is de provincie met de meeste zachte sectoren bij elkaar, maar speciaal de allerzachtste: de speekselsector.
Als iemand dus zegt dat Limburg het image heeft een onaantrekkelijke provincie te zijn, dan heeft hij niet gesproken met lekkerbekken of met mensen die graag aan een rijkgevulde tafel zitten.
Misschien heeft hij gesproken met mensen uit de harde sector. Ja, het is best mogelijk dat industriëlen deze provincie onaantrekkelijk vinden. Wat wil je? De Limburger zit liever aan tafel dan aan de lopende band.
In speeksel zijn we sterk en alleen door middel van speeksel houden we de provincie overeind.
Willen we toeristen of willen we industriële complexen met rokende schoorstenen en eindeloos-grijze toevoerwegen? Willen we macadam of willen we appartementen en hotels met een heel regiment koks in de keuken? Ja, wat willen we? Een zwartgeblakerde provincie die producten vervaardigt die elders allang niet meer geproduceerd worden omdat er niks aan verdiend wordt, of willen we ons toeleggen op alles wat lekker is?
Prins Bernhard zal best buitenlandse orders in de wacht slepen. Maar we hebben geen buitenlandse orders nodig. We hebben er genoeg gehad en het heeft ons niks opgeleverd, behalve een nog snellere autoweg en lege industrieterreinen. We moeten de speekselindustrie bevorderen en daar hebben we geen buitenlandse ondernemers voor nodig.
We weten zelf wel wat we op tafel moeten zetten.
Speeksel-specialisten moeten Limburg lekker maken. Moeilijk is dat niet. Onze landschapjes zien er uit als kalfsoesters, onze gehuchten zijn zo mals als gebakken forel en onze vakwerkhuizen smaken als een tournedos stroganoff.