Mus
Je hebt buurtspoorwegen maar je hebt ook buurtmussen. Terwijl buurtspoorwegen, vooral in België, wel eens staken, staken buurtmussen nooit. Daar hebben ze geen tijd voor.
Buurtmussen hebben het in hun buurt voor het zeggen.
Buurtmussen zijn de vogels van de straat. Dáár wonen ze, daar zijn ze vroeg en laat aanwezig, tussen de geparkeerde auto's en langs de stoeprand, en scharrelen er rond, op zoek naar hun kostje.
Iedere buurt heeft een ander soort mus. Mussen nemen de kleur aan van de wijk. Maar ze hebben geen voorkeur. Ze bewegen zich even gemakkelijk tussen Cadillacs als tussen de 2cv's. Niets is hen te min, niets is hen te veel.
Wie er oren voor heeft kan heel wel verstaan wat mussen zeggen. En wat zeggen ze dan eigenlijk? Nou, hoe genoeglijk het leven soms wel kan zijn, zo tussen de mensen en de huizen. En dat het een hele zorg is om dagelijks aan de kost te komen. Precies hetzelfde dus wat de mensen tegen elkaar zeggen.
De meeste buurtmussen blijven hun leven lang in dezelfde stadswijk. Als ze al eens verder gaan is het om een eenzaam familielid op te zoeken of om een reünie bij te wonen van al de mussen van de stad.
Mussen zijn niet kunstzinnig aangelegd. Ze hebben geen dubbel inkomen, zitten niet de hele avond voor het tv-toestel en hebben ook geen eigen wijkhuis. Wat dat betreft zouden ze nog wel wat van andere vogels kunnen leren.
Gelukkig doen ze zich niet beter voor dan ze zijn. Ze weten heus wel dat ze geen nachtegalen zijn en geen meeuwen. Ze weten dat, maar ze raken bij die gedachte niet van hun stuk. De zang van de nachtegaal trouwens onderscheiden ze nau-