Wij hebben het gewild
Wie heeft dit gewild?
En als wij dit niet gewild hebben: waarom hebben we er ons niet tegen verzet?
Heeft iemand de beslissing in eigen handen genomen en óver ons beslist, zonder ons medeweten?
Of zijn er geen medeplichtigen, en alleen maar slachtoffers? Want wie heeft de verkeersongelukken gewild? Wie de besmetting van de stranden? Wie heeft de giflozingen gewild, de verstikkende steden, het oorverdovende lawaai?
Heeft ooit iemand het uitzichtloze gewild bóven het hoopvolle?
Niemand heeft het gewild. Maar we hebben ons niet verzet toen het kwam.
Toen het op ons afkwam: over het water, uit de lucht, vanonder de aarde.
We hebben ons tot slachtoffer laten maken. We hebben onze oren láten vervuilen, onze ogen en onze zintuigen. We hebben ons de aarde láten afpakken.
Het is over ons heengekomen. We hadden het niet in de gaten. Het kwam als een dief in de nacht. Wij sliepen en we hebben ons de hemel af laten pakken, onze straat en onze akkers.
We sliepen en droomden verder. En toen we wakker werden hadden we geen bomen meer en geen weiland om van te dromen.
Of is het anders gegaan? Zijn er mannen opgestaan die ons dit alles aangedaan hebben, een autoweg aangelegd hebben dwars door ons huis?
Of hebben wij zélf die weg aangelegd, ons huis afgebroken en er een vliegveld aangelegd, een verkeerskruispunt, een winkelcentrum?