Koestering
Wij Limburgers koesteren het kleine: een berm, een haag, een holle weg.
Er zijn nu al twee instellingen die zich daarmee bezighouden: een in het heuvelland, en een ander die ‘Beheer kleine landschapselementen’ heet.
Deze laatste kan vooruit: de stichting krijgt 79 werkkrachten.
Zo ontfermen we ons over het kleine plekje, het weilandje en het bosje.
Het grote drukken we plat met onze graafmachines en helpen het naar de vernieling: uitbreiding vliegveld Zuid-Limburg, plannen met Margraten.
Het piepkleine houden we in ere omdat we zelf piepklein denken.
‘Groot’ denken we evenwel als het om industrieterreinen gaat. Dáár raakt onze verbeelding op hol. De gevolgen hebben we gezien: enkele van die terreinen zijn aan de vergetelheid prijsgegeven. Zo gauw is er niet sprake van landschapsparken of we gaan eraan knabbelen.
Schinveldse bossen?
Daar mag ontgrond en ontgrind worden, er mag een paardensportcentrum komen en er vlakbij een militair vliegveld. Maar geef ons een haag, een weg en een steg en we bloeien op, zetten er honderd werkers aan en zoenen de boom waar de staatssecretaris bij staat.
Limburg kabouterland.