Portret van een landschap. Gedichten 1953-1997
(1998)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 136]
| |
[pagina 137]
| |
Ihet denken valt vaak in slaap
soms denkt het de naam
van een paard: zadel en
haam spreekt het aan
zonder schaamte
maar als het denkt aan
zijn adem en aan zijn
gevleugelde schaduw, dan
hapert het denken vaak
| |
[pagina 138]
| |
IIeen oud paard is opgestegen
als een grote, winterse zwaan
buiten en weg van de wereld
en is boven de aarde het eeuwige
rijk van de maan binnengegaan
en het groot landschap, verlaten
van vreugde, is met hem meegegaan
| |
[pagina 139]
| |
IIIheel stil verwilderde hij, wiste
de wind niet meer
uit zijn ogen, verrimpelde
en werd een weggewiste
van ijzeren onderstromen
werd hij de slaper, slapend
zoals holten slapen, zoals
holle dromen
| |
[pagina 140]
| |
IVvlucht hij of keert hij terug
waarheen gaat zijn wiekslag
ach, hij blijft waar hij was
op zijn oud nest, dicht bij
zijn eigen hartslag
vandaag, morgen, elke dag
|
|