Maastrichtse sonnetten(1954)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] [pagina 27] [p. 27] Nieuwenhof Bijna gevangen tussen nauwe straten Hoorden wij ergens weer het water gaan, De enige stem, die maar door bleef praten En nimmer die dag ver van ons vandaan. Maar toen wij het stilste in ons bezaten Kwamen wij vlak hij een erfje aan Dat de tijd zonder gerucht had verlaten - Kijkend aan 't muurtje bleven wij staan. Alle ramen stonden wakend open, Bloemen spilden er hun overvloed; 't Liefste waren wij weggeslopen, Maar de stilte was zo droef en goed - Toen kwam plotseling muziek gedropen, Ach, zo kuis de scheemring tegemoet. Vorige Volgende