Mary Dorna 1891-1971
(1977)–Toke van Helmond, [tijdschrift] Engelbewaarder, De– Auteursrechtelijk beschermdBrief van 24 maart 1961Henk schrijft, Mary krabbelt heel onzeker op de rand.
‘Lieve Mies en Bruno, Allereerst hartelijk dank voor de mooie kaart en goede wensen bij mijn verjaardag. Nu kan ik jullie eindelijk iets meer schrijven - allereerst over de toestand van Mary's ogen. Ik heb me héél erg ongerust gemaakt - aanvankelijk waren de mededelingen van de dokter wel zeer verontrustend - “we kunnen enkel hopen dat het niet erger wordt”. Maar 't werd wel erger. Nu is gebleken, dat Mary bij een - op zichzelf onbeduidende val een kleine bloeduitstorting had opgelopen, die juist terechtgekomen is achter de pupil. Langzaam wordt deze opgelost en 't oog ingedruppeld, zodat ze goddank weer wat beter ziet en ook weer lezen kan. We gaan ook nog naar films, maar zitten dan op de eerste rij. Dan was er nog een kleine ramp met Mary. Voor 3 weken is ze van het trapje tussen de beide kamers gevallen. Tweemaal was de huisarts er en omdat de pijn aanhield, is ze vanmorgen naar een specialist gegaan voor een röntgen-foto. Gelukkig bleek er niets gebroken - enkel zijn er een paar spieren gescheurd. Maar ze mag wel lopen - ze zal nog een paar maanden last hebben, maar hoeft tenminste niet thuis te blijven. Toch kunnen we, alles samengenomen, nog heel dankbaar zijn. Wat een kennis van ons, de merkwaardige en boeiende journalist Mr. W. (communist, maar geen partijlid) is overkomen, is wel heel erg. Weggebracht door vrienden, rijdt de auto tegen een boom - zijn vrouw zware hersenschudding, hijzelf ogenschijnlijk lichte kwetsuren, maar hij is na 14 dagen overleden. Achteraf denk je: je spreekt elkaar te weinig. Ik voel er nog steeds veel voor, om naar Berlijn te komen. Maar Mary's voet zal toch allereerst geheel in orde moeten zijn. Inmiddels zal 't wel dan wel Mei zijn, maar is dat eigenlijk wel een geschikte maand voor Berlijn? Is dan 't toneel-seizoen niet voorbij? Kunnen we dan niet beter tot de herfst wachten? Inmiddels heb ik de zolder ingericht (waarover ik schreef met de Kerstdagen) en deze is eindelijk klaargekomen. We hebben die op mijn verjaardag “ingewijd”. Ik ben benieuw wat jullie ervan vinden. Ikzelf heb er veel plezier van. Ik ben een dagje thuis wegens maag-indispositie & zit ondertussen uit te kijken naar de grote grijze lucht boven de grijze haven. Het begint | |
[pagina 153]
| |
al te schemeren. Hartelijke groeten, jullie Henk.
Op de eerste bladzijde schrijft hij in de linkermarge: ‘Zelf ben ik tweemaal aangereden - eenmaal door auto, eenmaal door bromfietser; kwam er met enkele flinke ontvellingen en een “rauwe” knie af - en kapotte fiets.Ga naar eindnoot1 Maar een andere kennis van me, met wie ik veel contact had, Mr. B. (ditmaal geen communist, maar anti-revolutionair) wordt op een bromfiets in de Vijzelstraat doodgereden. Ik zelf passeer de Vijzelstraat 4× per dag - op mijn bijna antieke fiets. Een beetje “mazzel” moet een mens hebben.
In de hoek schrijft Henk nog: ‘Nu gaan we een sherry drinken op jullie gezondheid, in de vallende schemering. Als ik geen borrel drink, ben in een “dooie diender”.’
Mary schrijft in zeer slecht handschrift in de marge van de tweede bladzij: Lieve luitjes. Zo goed en zo kwaad het kan probeer ik zelf te schrijven, terwijl mijn neus op het papier ligt. Een prettig Paasfeest en veel liefs wens ik jullie beidjes - Mary' |
|