Brief van april (1959?)
‘Lieve Bruno en Miesje. Ten eerste hartelijk geluk gewenst met Bruno's verjaardag. Het deed me plezier dat jullie er zo goed uitzagen - het was weer eens een echt prettig contact - wat ik hier zo vaak mis - op Henk dan na. De meeste mensen spreken urenlang over zich zelf - en dat kan wel erg eentonig worden!
Na de longontsteking begon de ellende eerst recht. Ik kon niet meer lopen. Wanneer jullie begrijpen welke perspectieven een invalide-wagen voor me opleverden, kun je er in komen hoe ik me voelde. Een tijd lang heb ik met overschoenen zonder schoenen er in gelopen - zo'n pijn had ik.
Gisteren was ik bij heerlijke zonneschijn en een heel prille voorjaarslucht en met hier en daar wat crocussen en narcissen die om een eeuwenoude boom stonden, als in een sprookje, weer in Artis met Henk. Het was een openbaring van nieuw leven en weer leven. Ik heb er echt van genoten.
Natuurlijk was er 's avonds een gietregen - maar ik zag een prachtige film - van die 2 kinderen die de kroningsfeesten van Elisabeth wilden meemaken. Hebben jullie die gezien?
Hoewel mijn hand nog erg stijf en pijnlijk is, probeer ik toch er mee te schrijven. Hopenlijk kunnen jullie het lezen.
Fijn dat Bruno die opdrachten krijgt, beter laat dan nooit moet je maar denken.
Schrijven jullie nog eens?
Een poot en een zoen van jullie
Mary.’