Twee ansichten uit Venetië, oktober 1954.
‘Lieve Mies en Bruno. Na Zeeland, Brussel - Venetië! Het is een droom alles en mooi, je moet moeite doen iets lelijks te vinden - misschien een broche in gondelvorm met steentjes. Trots zon en stralende lucht is het hier al koud.’
‘Lieve Miesje en Bruno
Zelfs ik zou hier alleen kunnen lopen zonder gevaar van overreden te worden - hoogstens van trapjes (eeuwenoude) en in water (nog meer eeuwen oud) te vallen. Het is fantastisch
jullie Mary'
Tijdens dit bezoek aan Venetië kwamen Henk en Mary Piet de Boer tegen die op dat moment toevallig ook in Venetië verbleef. Henk kende hem al jaren, uit de kunsthandelaars-wereld. Henk vertelde hem van zijn voortdurende financiële zorgen, en op de trappen van het Dogenpaleis sloegen ze de handen ineen. Henk zou bij Piet de Boer komen werken.