De Hollandsche natie
(2009)–Jan Frederik Helmers– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
Inleiding | |
[pagina 9]
| |
Een ode aan het vaderlandEen echte Nederlander is trots op zijn land. Dat is in het kort de boodschap die de Amsterdamse dichter Jan Fredrik Helmers (1767-1813) de lezer van De Hollandsche natie in 1812 wilde meegeven. In zes zangen bezingt hij de terreinen waarop de Nederlanders vroeger uitblonken, namelijk ‘zedelijkheid’, ‘heldenmoed ter land’, ‘heldenmoed ter zee’, ‘zeevaart’ (ontdekkingsreizen), ‘de wetenschappen’ en ‘de schoone kunsten’. Een stoet vaderlandse helden trekt voorbij om de grootsheid van de natie te demonstreren, onder wie Michiel de Ruyter, Hugo de Groot, Willem van Oranje, Abel Tasman en Joost van den Vondel. Helmers' ode aan het vaderland verscheen op een heikel moment. Het land was op dat moment bezet door de Fransen en er heerste een zeer anti-Franse stemming. Binnen de marges van de censuur trachtte men de moraal hoog te houden door pro-vaderlandse teksten te verspreiden. De Hollandsche natie was een ideologisch geladen poging om het ‘ware’ vaderlandse karakter en het Nederlandse zelfbewustzijn een krachtige impuls te geven. Tijdgenoten reageerden enthousiast op Helmers' hartstochtelijke liefdesbetuiging aan het vaderland. ‘Wij hebben in langen tijd geene lettervrucht met meer genoegen ontvangen’, schreef een recensent in het toonaangevende maandblad Vaderlandsche letteroefeningen.Ga naar eind1 Collega-dichter Hendrik Tollens las het stuk op een winterse avond in één adem uit. Hij was zo onder de indruk dat hij het de avond erna opnieuw helemaal las.Ga naar eind2 Ook de schrijver Rhijnvis Feith was vol lof over het dichtstuk van zijn vriend: ‘Met onbeschryflyk genoegen heb ik het gelezen en uw plan, zoo wel als uwe mannelyke en schoone versen bewonderd’.Ga naar eind3 In de tweede helft van de negentiende eeuw kantelde echter het oordeel. Bewondering maakte plaats voor afgrijzen: critici vonden dat Helmers holle, retorische verzen schreef zonder enige esthetische waarde. Het onderwerp was bovendien uitgekauwd: ‘deze snaar’ was volgens de literatuur- en cultuurcriticus Conrad Busken Huet ‘tot vervelens toe bespeeld’.Ga naar eind4 Wel kon hij waardering opbrengen voor Helmers' | |
[pagina 10]
| |
moed. De Hollandsche natie mocht dan geen toonbeeld van fraaie poëzie zijn, het getuigde van dapperheid een dergelijke tekst ten tijde van de Franse bezetting te laten verschijnen. Die dubbele houding is ook te vinden bij latere generaties critici. Illustratief is het oordeel in Lodewicks literatuurgeschiedenis, die vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw door generaties scholieren is gebruikt: ‘Jan Fredrik Helmers (1767-1813) werd vooral bekend door De Hollandsche Natie (1812), een gedicht in zes zangen, dat hem meer recht geeft op onze bewondering voor zijn moed dan op onze waardering voor zijn talent. Het gedicht is door zijn chauvinisme, retoriek en bombast lichtelijk lachwekkend, maar er was moed voor nodig om dit gedicht in die tijd onder de neus der Fransen uit te geven [...]’.Ga naar eind5 Vandaag de dag is De Hollandsche natie in de vergetelheid geraakt. De negatieve beeldvorming schrikt potentiële lezers bij voorbaat al af. En wie wel over de drempel stapt, moet inderdaad wennen aan de hoogdravende, bombastische toon en, vooral, de nationalistische betoogtrant. Het verbaast dan ook niet dat er sinds de uitgave van Stellwagen in 1883 (in de reeks Klassiek Letterkundig Pantheon) geen nieuwe editie van De Hollandsche natie meer is verschenen.Ga naar eind6 Toch is De Hollandsche natie ook voor hedendaagse lezers de moeite waard. Helmers' gedicht is namelijk meer dan retorische bombast. Het is ook een zorgvuldig geconstrueerd, erudiet en gestileerd geheel. De tekst is bovendien representatief voor een periode waarin vaderlandsliefde het kloppende hart van de literatuur vormde. Met name in de eerste helft van de negentiende eeuw wemelt het van de gedichten, romans en verhalen over vaderlandse helden en roemrijke episodes uit de nationale geschiedenis. Binnen die hausse aan natonaal-historische teksten neemt De Hollandsche natie een unieke positie in, omdat Helmers als eerste een allesomvattend, episch gedicht schreef over de vaderlandse geschiedenis. In de trant van grote buitenlandse ependichters als Torquato Tasso, Luis de Camões en Voltaire wilde Helmers het Nederlandse volk een eigen nationaal heldendicht schenken, waaruit het veerkracht en hoop kon putten voor de toekomst. Dat er behoefte bestond aan zo'n gedicht, blijkt uit het grote aantal uitgaves van De Hollandsche natie. Tot 1850 verschenen er alleen al minimaal elf herdrukken, namelijk in 1814 (twee maal), 1817, 1821, 1822 (twee maal), 1829, 1834, 1839, 1844 en 1849.Ga naar eind7 Delen van de tekst | |
[pagina 11]
| |
Kaft van De Hollandsche natie, omstreeks 1870.
| |
[pagina 12]
| |
werden opgenomen in bloemlezingen en waren verplichte lectuur op scholen.Ga naar eind8 Als gevolg daarvan behoorde De Hollandsche natie lange tijd tot de basisuitrusting van elke enigszins ontwikkelde Nederlander.Ga naar eind9 We hebben dus te maken met een klassieker uit de Nederlandse letterkunde en ook dat rechtvaardigt een heruitgave. |
|