Semi-finale(1982)–Albert Helman– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Heiniaans I Uit mijn te lang verlangen schrijf ik haar korte briefjes. Ze noemen alleen onze namen en kunnen niets anders verdragen. Ze vinden het huis van mijn liefje en fladderen voor hoge ramen vergeefs, worden niet gevangen. Dus keren ze weder en klagen... De post brengt ze ongeopend, verfomfaaid, door niemand genomen. Wiens voetstap, de kamer door lopend, echoot zo hol in mijn dromen? Vorige Volgende