Semi-finale(1982)–Albert Helman– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 13] [p. 13] Angeli trisectio Ze komt in mijn droom nooit alleen uit de slaapschaduw te voorschijn. Altijd zijn ze met z'n drieën, een drievuldigheid. De jongste opzij, zoals ik haar heb ontmoet een zomerdag, onder haar zonnehoed, gloednieuw, een meisje nog, en onverhoeds. De middelste is die ik mij veroverde; de zeer werkelijke, de overal tastbare, getrouwe, altijd blijde en altijd weer begrijpende. De derde echter is de lijdende, die niet meer wilde dat ik nog lijden zou, en niemands medelijden. Die daarom mij het dapperste, het grootste leed aandeed. Altijd zijn ze met z'n drieën, een drievuldigheid, wanneer ze mij bezoekt. Niet vaak, maar tijdeloos en op de onbegrensde vlakte onzer samenkomst in maandoorschenen nacht. Vorige Volgende