Hoofdstukken, fragmenten verbinden - kan niet - moet kunnen - bleef mij door het hoofd spelen, en dat was dat.
Ik besloot liever af te zien van het plan. Het hield echter niet op mij af en toe te tarten, ondanks mijzelf.
Door velerlei omstandigheden genoodzaakt, heb ik mij nadien veel met de etnologie en antropologie, voornamelijk die van Zuid-Amerika, moeten bezighouden.
En ziedaar - hoe had ik het kunnen vergeten, want ik wist het al van kindsbeen af - er bestáán volken onder wie de redenaarskunst nog altijd vrij algemeen beoefend wordt, en waar het een nagestreefde eer is om als ‘een goed spreker’ te gelden.
Dit is namelijk bij tal van Indianen-volken, zowel die van Noord-, als van Meso- en Zuid-Amerika het geval, en zeker niet in mindere mate bij die van mijn eigen Guyanese stamland. Uitstervende volkjes en stammen overigens. Met name de Tlio en de Guaraní (ten zuiden van de Amazone) staan er ook heden ten dage nog om bekend.
Van dit gegeven uitgaande, stond nu voor mij vast, dat mijn ‘spreker’ of ‘sprekers’ en hun toehoorders Indianen moesten zijn, al of niet zelf hoofdpersonen van het romangebeuren dat zich door middel van hun toespraken voor de verbeelding van hun hoorders moest ontwikkelen. En voor welk mee-luisterend publiek er verder nog mocht zijn.
Voor de rest problemen genoeg, die pas langzaam, successievelijk hun oplossing vonden. Bijvoorbeeld: hoe de lineaire ontwikkeling der gebeurtenissen in de tijdsdimensie van zo'n serie redevoeringen te realiseren, dus, met hoeveel tijdsverloop ‘Verondersteld’ tussen elke toespraak. En dan, moest alles op één plaats