Voorwoord
Baccha, het ezeljong (1962) staat te boek als het eerste Surinaamse kinderboek. Hoewel het verhaal zonder auteursnaam is uitgegeven door het Bureau Volkslectuur, wordt het vaak toegeschreven aan Lou Lichtveld/Albert Helman (1903-1996), die van 1958 tot 1961 directeur van het Bureau was. Van 1961 tot 1964 werd die functie vervuld door Jnan Hansdev Adhin (1927-2002) en vanaf 1964 door Christiaan Hendrik - Hein - Eersel (1922).
Er zijn verschillende versies van de ontstaansgeschiedenis van Baccha, het ezeljong. Michiel van Kempen tekent in Een geschiedenis van de Surinaamse literatuur (2003) uit de mond van Albert Helman op, dat die het uit India afkomstige verhaal gehoord had van een marktkoopvrouw en het in 1961 had opgeschreven. Jnan Adhin zou hem geholpen hebben om de hindostaanse leefwereld juist weer te geven. Hein Eersel geeft een andere versie. Hij vertelt dat Jnan Adhin op een goede dag kwam aanzetten met een manuscript van een onderwijzer uit de omgeving van het Pad van Wanica. Dat is toen door Albert Helman, Jnan Adhin en hemzelf bewerkt tot de uitgave die - zoals alle publicaties van het Bureau Volkslectuur - anoniem was.
Een mooi staaltje van orale verwarring, maar het is duidelijk dat Albert Helman een rol gespeeld heeft bij de totstandkoming van het boekje.
De heruitgave van Baccha... nu, ter gelegenheid van het feit dat Albert Helman op 7 november 2003 honderd jaar geleden werd geboren, is om verschillende redenen op zijn plaats. Allereerst natuurlijk om het leuke verhaal over twee jongens en twee ezels in het Surinaamse district, dat voor kinderen nog steeds herkenbaar zal zijn. Bovendien zit er een duidelijke aansporing voor kinderen in verpakt, om altijd lief voor dieren te zijn en vooral om ze goed te