Niet af van Pim Fortuyn
7 mei 2002
Op een steenworp afstand van de plaats waar in 1672 de gebroeders De Witt door het Haagse gepeupel werden gelyncht, vergaderden vannacht in het belegerde Binnenhof de regenten van vandaag, de radeloosheid nabij, over wat te doen na de moord op de man die als geen ander hun bestel had bedreigd: moeten de verkiezingen van volgende week doorgaan of niet?
Wat hierover ook beslist wordt - of, wanneer deze regels in druk verschijnen, beslist is - Pim Fortuyn zal over zijn graf heen meeregeren, ook als zijn partij, na het verlies van haar lijsttrekker, niet hetzelfde succes zou behalen als mét hem was voorspeld; ja, ook als zij ten slotte uiteen zou vallen. Nederland is, met andere woorden, niet van Pim Fortuyn af.
Net zomin als Frankrijk af is van Le Pen, ondanks de vernietigende nederlaag die hij zondag in de tweede ronde van de presidentsverkiezingen heeft geleden. Hij is nog altijd goed voor ongeveer twintig procent van de kiezers, en daarmee kan hij, als hij bij de parlementaire verkiezingen van juni hetzelfde percentage haalt, Frankrijk vrijwel onregeerbaar maken.
Hoeveel procent van de stemmen Pim Fortuyn op 15 mei zou halen, zal onbekend blijven. De laatste peilingen gaven hem 19 tot 25 zetels op de 150 van de Tweede Kamer, en volgens het onderzoekbureau Intomart moest er zelfs rekening mee worden gehouden dat zijn partij de grootste zou worden en dus de minister-president zou kunnen leveren.
Pim Fortuyn mag dan dood zijn, de gevoelens van onbehagen bij een groot deel van het volk waaraan hij stem wist te geven, zijn niet als bij donderslag verdwenen. Integendeel, verwacht mag worden dat dit onbehagen nu in frustratie zal overgaan, die zich wel eens in gewelddadigheden zou kunnen uiten. Veel zal, wat dat betreft, afhangen van wie de dader, en wat zijn motief, zal blijken te zijn.