Als het waar is dat, zoals minister Van den Broek zegt, ‘meneer Milosevic alleen nog met geweld te stoppen is’, is de Kamer net zomin als de rest van Europa tot dàt geweld bereid.
Maar goed, Nederland heeft, bij monde van kabinet en Tweede Kamer, tenminste blijk gegeven van zijn goede bedoelingen, en dat is ook wat waard - zowel tegenover de andere mogendheden als tegenover de eigen publieke opinie, die, in opschudding gebracht door de televisiebeelden van de laatste weken, het gevoel had gekregen: er moet iets gebeuren, het hindert niet wat.
Die televisiebeelden toonden op zichzelf niets nieuws. Aan bombardementen, mensen op de vlucht en uitgemergelde lichamen waren we al sinds jaren gewend. Maar die beelden kwamen dan uit Afrika of Azië. Het nieuwe van die beelden uit Bosnië was dat het hier om blanke mensen ging, mensen die, ook te oordelen naar hun kleding, niet veel van u en mij verschilden. Bovendien kwamen ze uit een land dat velen van ons van vakantie kenden.
Dat was het extra schokkende aan die beelden, en daarom was onze reactie erop, hoe zuiver ook, niet vrij van discriminatie. Objectief gezien is de toestand in Somalië veel erger dan in Bosnië, maar niemand pleit ervoor duizenden Somalische vluchtelingen op te nemen of soldaten naar Somalië te sturen. Onze moraal wordt dus door ex-Joegoslavië op een onverwachte manier op de proef gesteld. Blijkbaar is het hemd dus toch nader dan de rok.
Maar hoe na is ons het hemd? De bereidheid van de Nederlandse bevolking Bosnische vluchtelingen op te nemen, is, in de woorden van staatssecretaris Kosto, ‘hartverwarmend’ (welke lof verdient de Duitse bereidheid dan wel niet?). Maar zal die blijven? Of zullen die vluchtelingen op den duur de vreemdelingenhaat versterken, vooral als zou blijken dat ze tòch niet zo op ons lijken? Ook hier zal onze moraal op de proef worden gesteld.
Natuurlijk is dit geen pleidooi om het toelatingsbeleid stringenter te hanteren of, sterker nog, het Engelse voorbeeld te volgen en vluchtelingen terug te sturen. Ook is het geen pleidooi om Somaliërs en masse toe te laten en eenzelfde sabelgekletter