‘Daar de zucht naar distinctie een onmiddellijk uitvloeisel is van onze zucht naar zelfbehoud, zo volgt hieruit volkomen logisch dat alle eenheidsverlangen tegen ons eigen persoonlijk leven is gericht, een vermindering van onze bestaansmogelijkheid, een eigenhandig ondergraven van de grond waarop wij staan. Eenheidsverlangen is doodsverlangen.’
En hier citeert zij Goethe: ‘Wenn du, in immer eigenstem Gefühl, umfassest eine Welt, dann stirbt der Mensch.’ Ook zegt zij: ‘Opgaan (in een groter geheel) is tegelijkertijd ondergaan’ en wijst zij op de tweeledigheid van het woord opheffen: het ‘beduidt veredelen, verheffen, schoner en groter maken; het beduidt tegelijkertijd vernietigen, doen verdwijnen, doden. Wie iets opheft, naar de eenheid, vernietigt het inderdaad als afzonderlijkheid.’
Tot zover de levens- en de doodsdrift van de enkeling. Hoe staat het nu met de collectiviteit? ‘Van het ogenblik af dat het individu opgaat (ondergaat) in een collectiviteit, vervangt deze de persoonlijkheid, die ze voortaan vertegenwoordigt. Aldus zelf tot “individu” geworden, zal de collectiviteit zich van andere collectiviteiten willen (moeten) onderscheiden, teneinde te blijven bestaan.’
Wat is nu het verband met het Europese eenheidsstreven? Welnu, voor zover de Nederlandse collectiviteit bereid is op te gaan (onder te gaan) in ‘Europa’, wordt zij, in bruggeniaanse termen, beheerst door een doodsdrift. Voor zover zij afzonderlijk wil blijven, zich van anderen wil blijven onderscheiden (distingeren), zichzelf wil behouden, wordt zij beheerst door een levensdrift.
Nu wijst Bolkestein die doodsdrift af waar het de culturele eenheid van Europa betreft. Daar behoort het gebod van ‘een zo groot mogelijke culturele diversiteit’ te gelden, dus de levensdrift te prevaleren. Mogen we daaruit a contrario opmaken dat hij, wat de economische eenheid betreft, wèl instemt met de doodsdrift - evenzeer als wat de militaire eenheid betreft, maar dan onder de aegis niet van Europa, maar van de navo?
Hoe dit ook zij - het is duidelijk dat Bolkestein de doodsdrift, althans wat de culturele diversiteit betreft, als iets negatiefs ziet. Carry van Bruggen constateert echter: ‘Dit streven naar