Dezer dagen. Columns in NRC Handelsblad 1991-2012
(2016)–J.L. Heldring– Auteursrechtelijk beschermdEinde van een voogdijZeventig jaar geleden lanceerde Japan een onverhoedse aanval op de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor. Daardoor raakte Amerika in oorlog, maar als Hitler het hierop niet de oorlog had verklaard, is het de vraag of het Congres president Roosevelt de toestemming zou hebben gegeven om ook tegen Duitsland in oorlog te treden. Daarna bleef het nog enige tijd onzeker of hij prioriteit zou geven aan de oorlog in de Pacific dan wel aan die in Europa. Ten slotte besloot Roosevelt dat Hitler eerst verslagen moest worden. Niettemin leeft de oorlog tegen Japan sterker in de collectieve herinnering van de Amerikanen dan die in Europa, die voor hen geen lieux de mémoires oplevert vergelijkbaar met Pearl Harbor, Bataan, Iwo Jima en Hiroshima (behalve misschien Utah Beach en Bastogne). De lange oorlogen in Korea en Vietnam zouden die band met Azië versterken. In dit licht bezien, is de uitslag van een recente peilingGa naar voetnoot* niet verassend waaruit bleek dat 51 procent van de Amerikanen Azië een belangrijkere regio vindt dan Europa, waaraan slechts 38 procent de voorkeur geeft. In de Europese Unie zijn die cijfers juist omgekeerd: daar ziet 52 procent Amerika belangrijker dan Azië, dat slechts 32 procent krijgt (in Nederland zijn de respectieve percentages: 48 en 44). In Europese ogen is dus, in zijn geheel genomen, Amerika nog de belangrijkste regio, maar die liefde wordt niet beantwoord. Nu is die liefde voor Amerika nooit zo groot geweest. In 1956 leidde de Suez-oorlog zelfs tot een crisis tussen Washington ener- en Londen en Parijs anderzijds. Tien jaar later zette de Gaulle de NAVO Frankrijk uit. De massademonstraties tegen de oorlog in Vietnam (‘Johnson moordenaar!’) en de kruisraketten getuigden ook niet bepaald van liefde voor Amerika. Het was toen voornamelijk links dat zich verzette tegen de Amerikaanse politiek, maar daarvóór was het vooral rechts geweest dat anti-Amerikaans was (althans in Nederland). In rechtse ogen steunde Amerika Nederland niet voldoende in zijn Indonesische beleid. (Dat was een van de redenen waarom Luns, die later secretaris-generaal van de NAVO zou worden, helemaal niet zo achter de Amerikanen aanliep als veelal klakkeloos wordt aangenomen.) Als er van Europese liefde voor Amerika sprake is, dan is dat dus geen onverdeelde liefde geweest. Wat dat betreft is het Atlantisch bondgenootschap meer op gedeeld belang dan op liefde gebaseerd geweest (zoals 't trouwens hoort) en is het hoge percentage dat, volgens die peiling, Amerika door de Europeanen toebedeeld krijgt, nogal verrassend. Gaan Europeanen nu pas beseffen dat het einde van de Koude Oorlog ook het einde van de Amerikaanse voogdij betekende en dat zij nu, ook militair meer op eigen benen moeten staan? Nu eist Azië weer Amerika's grootste aandacht op. De snelle opkomst van China en India dwingt daartoe. China is zelfs Amerika's grootste schuldeiser geworden. Bovendien ontwikkelt het zich steeds meer in de Oost-Aziatische wateren tot een macht die Amerika's hegemonie bedreigt. Geen wonder dat Amerika's aandacht steeds meer naar dit gebied verschuift - ten koste van aandacht voor Europa. Doen de Europese media in hun berichtgeving voldoende recht aan die verschuiving? Tom Naegels, ombudsman van De Standaard, vindt van niet: ‘Voorlopig zie je die verschuiving niet in de krant’ (hij spreekt over zijn eigen krant, maar het geldt zeker ook voor andere). ‘Soms lijkt het alsof we in de VS wonen’ - zo veel ruimte wordt er besteed aan nieuws uit Amerika. Over Azië, en China in het bijzonder, ‘verschijnt er veel minder’. Dat blijft ‘erg ver van mijn bed’. Daar zijn allerlei verklaringen voor. In de eerste plaats blijft het Amerikaanse toneel altijd fascinerend. Bovendien is de samenleving er een open stelsel; het nieuws ligt er, om zo te zeggen, op straat. Andere reden: de taal is gemakkelijk onder de knie te krijgen. Die voordelen (voor verslaggevers) hebben de Aziatische samenlevingen veel minder, en China nog het minst. Hulde dus voor die correspondenten in China die, onder veel moeilijkere omstandigheden dan waaronder hun collega's in Amerika werken, ons een indruk proberen te geven van wat daar, grotendeels nog ondergronds, aan de gang is. Het ligt niet aan hen als het totale beeld dat de lezer in de krant krijgt, enigszins scheef is, beheerst als het wordt door een overaanbod aan nieuws uit Amerika en de lezer onwillekeurig Amerika's betekenis (voor ons) hoger gaat waarderen dan zij is. Amerika's invloed op Europa is de laatste driekwart eeuw geweldig geweest. Niet alleen politiek: ‘Ieder van ons groeit op als een halve Amerikaan’, zegt Naegels. Nu die invloed aan het afnemen is, zullen de Europeanen op eigen benen moeten leren staan. De operatie in Libië werd als een Europese triomf gevierd, maar ook die zou niet gelukt zijn zonder Amerikaanse steun op de achtergrond. De jarenlange voogdij van Amerika over Europa was tijdens Koude Oorlog (die al twintig jaar ten einde is) onmisbaar, maar werkte ook verslavend.
NRC Handelsblad van 22-09-2011, pagina 16 |
|