Begin en einde van een oorlog
‘Met ons historisch besef gaat het fantastisch.’ Zo vat de kop boven het artikel dat Hans Goedkoop, de man van het televisieprogramma Andere Tijden, in de krant van 29 augustus schreef, zijn betoog samen. Mooi nieuws. Maar hoe staat het met onze historische kennis?
Enkele indicaties die ik, zonder ernaar gezocht te hebben, de laatste weken in de pers vond: ‘Willem Barentsz, die vergeefs een Noordoost-Passage zocht, is in 1597 op Nova Zembla gestorven.’ Nee, hij stierf op de terugtocht in een open boot.
‘Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, in 1914, deed de Duitse rijkskanselier Von Bülow die “neutraliteitsstatus” (van België) af als “een vodje papier”.’ Nee, de rijkskanselier die dit toen deed heette von Bethmann Hollweg.
‘Gaat u rustig slapen, de regering waakt over u (Colijn).’ In werkelijkheid zei Colijn na de remilitarisatie van het Rijnland (maart 1936): ‘Ik verzoek den luisteraars dan ook om, wanneer zij straks hunne legersteden opzoeken, even rustig te gaan slapen als zij ook andere nachten doen. Er is voorshands geen enkele reden om ongerust te zijn.’
De politici van de Baltische staten ‘gruwen waarschijnlijk van Chamberlain, omdat hij deze landen in de Tweede Wereldoorlog in de steek heeft gelaten’. Toen de Sovjet-Unie in juli 1940 de Baltische staten inlijfde, bereidde Engeland zich voor op een Duitse invasie en was Chamberlain trouwens al twee maanden geen premier meer. Bovendien had Engeland geen bondgenootschappelijke verplichtingen tegenover die staten.
Vorige week schreef ik dat bij een Molukse treinkaping in 1977 één gijzelaar was doodgeschoten. Nee, daarentegen kwamen bij de bevrijding wél zes kapers en twee reizigers om. Daarom noemde Den Uyl die bevrijding een ‘nederlaag’. Bij een vorige treinkaping, in 1975, hadden de kapers drie gijzelaars neergeschoten.
Als zelfs de online encyclopedie Wikipedia feilbaar blijkt, zijn dit geen doodzonden. Niettemin kan deze of gene lezer het gevoel bekruipen: als er zulke - gemakkelijk natrekbare - foutjes in de krant staan, wat moet ik dan van de rest van de krant geloven?
De meeste van deze citaten hadden met de Eerste en Tweede Wereldoorlog (of althans hun vooravond) te maken. Maar was de Eerste Wereldoorlog wel een wereldoorlog? Het oorlogstoneel was vooral Europa (en de Atlantische Oceaan). Amerika raakte er weliswaar in het vierde oorlogsjaar bij betrokken, maar zijn soldaten vochten in Europa. Was hij niet veeleer de laatste in een reeks Europese oorlogen?
Anders was dat met de Tweede Wereldoorlog (die dan eigenlijk Eerste zou moeten heten). Hij brak op 3 september 1939 uit - vandaag zeventig jaar geleden. Toen verklaarden namelijk Engeland en Frankrijk de oorlog aan Duitsland. Dit was twee dagen tevoren - op 1 september - Polen binnengevallen. Dus eigenlijk moet het begin van die oorlog op die dag gedateerd worden.
Hitler had trouwens lak aan zoiets ouderwets als een oorlogsverklaring. Hij hield meer van overrompelingen, en daarmee had hij ook de jaren tevoren succes gehad. Het Rijnland, Oostenrijk, Tsjechoslowakije en Memel waren hem zonder slag of stoot in handen gevallen, en hij gokte erop dat dit met Polen weer zou gebeuren. Dat was een misrekening. De Polen vochten terug, en hun Franse en Britse bondgenoten verklaarden de oorlog.
Daarmee was de oorlog nog geen wereldoorlog geworden. Tot 1941 bleef het een Europese oorlog. In dat jaar werden de Sovjet-Unie, Amerika en Japan erbij betrokken, en toen pas bestreek het oorlogstoneel vrijwel de hele wereld. Toen pas werd het met recht een wereldoorlog - de eerste.
Maar om op het begin van die oorlog terug te komen: het is vrij formalistisch om 3 september als begindatum te hanteren. Niet alleen had Hitler, zoals gezegd, al vóór die datum het Duitse territoir zonder oorlog uitgebreid, er waren ook al enkele oorlogen geweest die, achteraf, gevoegelijk tot het voorspel van de grote oorlog gerekend kunnen worden: de Italiaanse oorlog tegen Ethiopië (1935/36), de Spaanse burgeroorlog (1936-1939) en de oorlog van Japan tegen China, die al in 1931 begonnen was.
En als we er rekening mee houden dat de Vrede van Versailles in 1919 geenszins het einde van alle oorlogshandelingen betekende - zo werd in Silezië en de Baltische landen nog door Duitse vrijkorpsen gevochten, bezetten de Roemenen Boedapest, en stond het Sovjetleger in 1920 bijna voor de poorten van Warschau - kunnen we zeggen dat er pas omstreeks 1923 vrede in Europa was. Niet voor lang overigens, want al in 1936 slaagde, met de bezetting van het Rijnland, Hitlers eerste coup (het Saarland was hem een jaar tevoren op geheel legale wijze toegevallen).
Ook de capitulatie van Duitsland en Japan in 1945 maakte geen eind aan alle oorlogshandelingen. Symbolisch daarvoor is dat op 8 mei 1945 - officieel het einde van de oorlog in Europa - een opstand in Algerije uitbrak die tienduizenden offers vergde. De koloniale oorlogen in Vietnam en Indonesië zijn door de voorafgaande wereldoorlog op z'n minst verhaast.
Niet voor niets werd de periode tussen ongeveer 1946 en 1989 de Koude Oorlog genoemd. Een echte vredestoestand ontstond in Europa pas met het uiteenvallen van het Sovjetimperium, hoewel spanningen en zelfs oorlogen (denk aan Georgië vorig jaar) niet uitbleven. Maar één gevolg van de oorlog die formeel op 3 september 1939 begon, is nog virulent: zonder die oorlog is het ontstaan van Israël ondenkbaar, en dat is de oorzaak van een oorlogsgevaar in het Midden-Oosten dat tot op de dag van vandaag voortduurt.
De les van dit verhaal is dat we ons niet moeten blindstaren op de officiële begin- en einddata van oorlogen. De periodes dat de wereld in oorlogsgevaar (latent of niet) geleefd heeft, zijn langer geweest dan de periodes van echte vrede. Het verschil tussen beide vervaagt.
(Met dank aan prof. Bernd Wegner, aan wiens artikel in de Frankfurter Allgemeine Zeitung van 12 augustus jl. ik het een en ander heb ontleend.)
NRC Handelsblad van 03-09-2009, pagina 7