Een brug te ver
Wat vorige week gebeurd is, ging zelfs de verbeeldingskracht te boven van degeen die omstreeks 1980 schertsend zei dat, als we de statistiek als maatstaf namen, het zeker was dat ten minste één van de zeven prinsen (toen nog: prinsjes) die recht op de troon hadden, óf met de justitie in aanraking zou komen óf een ongehuwd meisje zwanger zou maken óf een drugsprobleem zou krijgen.
Voorzover we weten, is geen van die calamiteiten gebeurd, maar nu heeft een van die prinsen toegegeven dat hij en de vrouw zijner keuze in een staatszaak noch zijn moeder, het staatshoofd, noch de minister-president de volle waarheid hebben onthuld over het, laten we zeggen, interessante verleden van die vrouw. Niet dat verleden, maar die onwaarheid heeft hun de toegang tot de troon gesloten.
Prins Johan Friso noemt dit gedrag in zijn brief aan minister-president Balkenende ‘naïef en onverstandig’. Dit is een eufemisme. Het is ronduit dom. En opnieuw kunnen we ons erover verbazen hoe dom intelligente mensen en daartoe behoren, naar veler getuigenis, Johan Friso en Mabel Wisse Smit soms kunnen zijn.
Meestal zijn ze dan verblind door liefde (of althans zinnelijkheid) dan wel door ambitie. Van de kracht van de eerste dier drijfveren weten we in het onderhavige geval niets, maar dat in elk geval Mabel een ambitieuze jonge vrouw is, daar is iedereen die haar kent, of gekend heeft, het over eens. Lees het artikel van Jaco Alberts en Jannetje Koelewijn in de krant van zaterdag jl. er nog maar eens op na.
Nu heeft ambitie in het Nederlandse maaiveld doorgaans een slechte klank. Ten onrechte. Zonder een gezonde ambitie komt niemand ver in deze wereld. En Mabel is, op jonge leeftijd, ver gekomen getuige de lijst van internationale persoonlijkheden die van haar bijzondere kwaliteiten getuigd hebben toen zij in Nederland in moeilijkheden kwam. Die ongetwijfeld verdiende reputatie heeft zij niet alleen door haar intelligentie, maar ook door haar ambitie verworven. Blijkbaar hebben die kwaliteiten ook indruk gemaakt op koningin Beatrix. Anders zou Mabel niet, ruim vóór haar officiële verloving met Johan Friso, de uitzonderlijke eer zijn toegevallen als enig niet-familielid prins Claus' stoffelijk overschot tot in de Delftse grafkelder te vergezellen, nu net een jaar geleden.
Maar nu is zij een brug te ver gegaan. Over haar verleden deden toen al geruchten de ronde, maar die waren voor de koningin en het kabinet (dat toen juist op het punt van breken stond) kennelijk niet voldoende om haar te weren. Het is de onvolledige en deels onjuiste opening van zaken die zij daaromtrent later gaf, die haar de das heeft omgedaan.
Blijkens Johan Friso's brief aan de minister-president heeft zij ook tegenover haar aanstaande schoonmoeder niet volledig open kaart gespeeld, maar niettemin heeft zij de koningin nog op 5 oktober vergezeld naar de dienst in de Haagse Kloosterkerk, in wat wel een demonstratie van solidariteit met de aanstaande schoondochter genoemd kan worden, want ze moet toen al geweten hebben dat Mabel haar, zacht gezegd, een beeld van haar verleden had geschilderd dat niet klopte met de werkelijkheid.
Handelde koningin Beatrix toen als moeder of als staatshoofd? Was het laatste het geval, dan voorspelt dit niet veel goeds voor de verhouding tussen haar en de minister-president, die, omdat ‘tegen onwaarheid geen kruid gewassen is’, resoluut de knoop zou doorhakken resoluter dan waarschijnlijk menigeen van zijn voorgangers in zo'n zaak zou hebben gehandeld.
De vraag rijst natuurlijk of en, zo ja, wanneer Mabel ook haar verloofde alles van haar verleden heeft verteld. Zou dat pas onder de druk van onthullingen zijn gebeurd, dan kunnen we slechts zeggen dat hij, door in zijn brief aan de minister-president de schuld ook op zichzelf te nemen, zich als ridder heeft gedragen. Noblesse oblige.
Maar wie in elk geval, hoewel niet van adel, een eresaluut verdient, is Ottolien Lels, die geprobeerd heeft als bliksemafleider voor Mabel te dienen. Dat heeft niet geholpen, maar dat doet niet af aan de adel van haar gebaar, dat niet zonder risico was voor haar persoonlijk en zakelijk leven.
Het paar zegt nu de consequenties van hun handelen in hun verdere leven ‘op waardige wijze’ te zullen dragen. Nu, of iemand zich waardig gedraagt, is aan anderen ter beoordeling, maar de eerste stap naar de verwezenlijking van dit voornemen zou zijn dat het huwelijk dat het paar, volgens Johan Friso's brief, nog steeds van plan is door te laten gaan, in stilte en liefst in het buitenland gesloten wordt met aller beste wensen.
En nu de koningin. Of zij nu al dan niet teleurgesteld is in het gedrag van haar zoon en aanstaande schoondochter de uitkomst van deze affaire moet een hard gelag voor haar zijn. Het hardste voor deze trotse vrouw is misschien wel dat de populariteit die zij geniet, grotendeels zal berusten op het medelijden met haar, gewekt door de troebelen in haar directe omgeving.
Wat dat betreft, zou zij dan, tegen haar wil, de weg van haar moeder gaan, die door het leed dat zij in eigen gezin ondervond de geboorte van een dochter met een gezichtsgebrek, de affaire-Greet Hofmans, het huwelijk van prinses Irene, de Lockheed-affaire alleen maar meer sympathie van haar volk ontving.
Opnieuw is gebleken dat leden van het koninklijk huis, en in de eerste plaats het staatshoofd, aan eisen moeten voldoen die aan gewone mensen niet worden gesteld. Daarbij komt dat in deze tijd van mediacratie de mogelijkheden van een privé-leven steeds kleiner worden. Goed, daar staat een en ander tegenover: onschendbaarheid en geen materiële zorgen. Maar de prijs hiervoor is hoog. Menselijkerwijs gesproken: te hoog.
NRC Handelsblad van 16-10-2003, pagina 7