Een weloverwogen actie
Meermalen heb ik in deze rubriek uiting gegeven aan mijn verbazing dat Frankrijk toestemde in de uitbreiding van de Europese Unie met de landen van Midden- en Oost-Europa. Dat was toch, op z'n minst, niet in het Franse belang? Immers, zo was mijn redenering, met die uitbreiding zou het machtscentrum van de EU naar het oosten opschuiven, dat wil zeggen: naar Duitsland, waar die landen toch al naar graviteerden.
Achter die verbazing stak, ik geef het toe, nogal wat wantrouwen: zou Frankrijk niet op een goed ogenblik die uitbreiding blokkeren, zodat het althans in West-Europa, in samenwerking met Duitsland, de touwtjes in handen zou kunnen houden? Het kwam er slechts op aan, dit goede ogenblik te kiezen en dat kon wel aan Frankrijks superieure diplomatie overgelaten worden.
Welnu, dat ogenblik lijkt nu gekomen. Het is zelfs beter dan Chirac ooit had kunnen dromen. Immers, wie had nog een jaar geleden verwacht dat Duitsland zich zowel economisch als diplomatiek in een totale impasse zou draaien? Het is, onder het regime van Schröder, weer Bittsteller in plaats van draaischijf geworden, en dat is een positie waar Chirac, die nog een jaar geleden nauwelijks baas in eigen huis was, meesterlijk gebruik van gemaakt heeft. Duitsland is voorlopig in Frankrijks zak.
De kans om Frankrijks machtsaanspraak te vestigen, verschaften de Midden- en Oost-Europese landen die hetzij in beginsel al tot de EU zijn toegelaten hetzij, zoals Roemenië en Bulgarije, aan haar deur kloppen. Zij hebben zich, in gezelschap van enkele West-Europese landen die allang lid van de EU zijn (zoals Engeland, Spanje, Italië en Denemarken), inzake Irak vierkant achter de Verenigde Staten, en dus stilzwijgend tegen Frankrijk en Duitsland, gesteld. Daarmee doemde voor Chirac het vooruitzicht op, niet zozeer van een verdeeld Europa het is de vraag of hem dàt veel zorgen baart alswel van een EU waarvan de Frans-Duitse kern omringd zou zijn door pro-Amerikaanse landen, die samen de meerderheid zouden uitmaken. In dat geval zou de droom van een door Frankrijk geleide EU, die haar identiteit zou vinden in haar onderscheiding van Amerika, vervlogen zijn.
Dat is de ratio achter Chiracs uitbarsting tegen de Midden- en Oost-Europese landen die het gewaagd hadden zich publiekelijk te distantiëren van de lijn die Frankrijk, Duitsland en België getrokken hadden inzake Irak. Hij noemde vorige week in Brussel hun gedrag ‘onverantwoordelijk’ en ‘kinderachtig’. Ja, de om zijn ruwe taal veel gesmade Rumsfeld zou hem deze uitbrander niet verbeterd hebben. Ongebruikelijk in het diplomatieke verkeer was het in elk geval wel.
Maar dat was allemaal nog tot daar aan toe. Nauwelijk verhuld dreigde Chirac dat dit Midden- en Oost-Europese gedrag wel eens ertoe zou kunnen leiden dat in landen die per referendum moeten beslissen over de uitbreiding van de EU, die beslissing negatief zou uitvallen. In dat geval zou de uitbreiding niet doorgaan en zou de EU blijven bij haar bestaande formaat, waarin Frankrijk zou blijven domineren, althans meer domineren dan het in een vergrote EU zou kunnen doen. Natuurlijk is Chiracs boetepreek bij de adressanten niet goed gevallen. Wij hebben ons niet bevrijd van de sovjetdictatuur om in een andere terecht te komen, luidde een van de reacties, en een Tsjechische diplomaat zei: ‘Sinds München 1938 hebben wij geleerd niet op Franse veiligheidsgaranties te vertrouwen.’ Maar Chirac zal daar niet van onder de indruk zijn geraakt. Sterker: hij heeft die reacties waarschijnlijk van tevoren ingecalculeerd.
Want het zou een misvatting zijn te menen dat zijn tirade te Brussel een opwelling van ergernis is geweest. Terecht zegt onze correspondent in Parijs in de krant van zaterdag jl. dat zijn uitval ‘niets te maken had met de drift die hem wel eens parten speelt. Het was een weloverwogen actie’. Chiracs dreigement dat de uitbreiding van de EU wel eens niet kan doorgaan ook in Midden- en Oost-Europa is er overigens tegen die uitbreiding groeiend verzet, dat Chiracs woorden versterkt zouden kunnen hebben moet dus wel degelijk serieus genomen worden.
Toch is het hoog spel dat Chirac speelt. Duitsland, hoezeer ook voorlopig in Frankrijks zak, zal er niet blij mee zijn. Tot dusver was het de grote pleitbezorger van de uitbreiding van de EU. Om goede redenen: het zou allerminst in Duitslands belang zijn aan zijn oostflank geconfronteerd te zijn met economische en politieke chaos nog geheel afgezien van de morele verplichting waarin het tot die landen staat.
Eens, zo mogen we aannemen, zal Duitsland de plaats in het hart van Europa innemen waarop zijn economische potentie het recht geeft, en dan zal het weer zijn gelijkwaardige plaats naast Frankrijk innemen, maar dan waarschijnlijk met enige wrok over het Franse geringeloor en over de teloorgang van zijn achterland in het oosten. Chiracs briljante manoeuvre zou dus op lange termijn wel eens als een boemerang kunnen werken.
En hoe reageert de provincie Nederland? In december heeft de Tweede Kamer een debat gehouden over de uitbreiding van de EU. De grote verrassing in dit debat was het verzet dat de VVD, bij monde van fractieleider Zalm, aantekende tegen die uitbreiding vrijwel uitsluitend op economische gronden. Heeft de VVD gejuicht bij Chiracs woorden, die die uitbreiding in gevaar brengen? Dat zou logisch zijn, maar de anti-Amerikaanse motivatie van die woorden over het hoofd zien, en dat zou onlogisch zijn van Nederlands meest pro-Amerikaanse partij.
NRC Handelsblad van 27-02-2003, pagina 7