De verliezende partij
Toen, in het begin van de jaren '80, president Reagan de Sovjet-Unie het ‘rijk van het kwade’ noemde, ging er een golf van ontzetting en verontwaardiging door Europa. Was dát nu de manier om tot ontspanning met de Sovjet-Unie te komen? Reagans uitlating was misschien niet erg diplomatiek, maar was zij feitelijk onjuist?
In elk geval heeft zij niet verhinderd dat Reagan een paar jaar later met Gorbatsjov aan één tafel ging zitten, en nóg een paar jaar later was de Koude Oorlog voorbij wat toch het doel was geweest van al die ontzette en verontwaardigde Europeanen? Zeker, dat doel heeft Reagan ook bereikt doordat de Sovjet-Unie de bewapeningswedloop niet meer kon volhouden. Moet Reagan daarvoor, gezien het bereikte doel, nog steeds veroordeeld worden?
Nu spreekt een van Reagans opvolgers, andere mogendheden op het oog hebbend, van een ‘as van het kwade’, die Irak, Iran en Noord-Korea zouden vormen. Weer ontzetting en verontwaardiging in Europa. Nu met meer reden dan twintig jaar geleden, want die drie landen vormen, hoe ‘kwaad’ ze ook mogen zijn, in elk geval geen as.
Ook deze uitspraak van president Bush was niet erg diplomatiek. Maar belangrijker dan de vraag of Bush dan wel de ontzette en verontwaardigde Europeanen onder wie heel wat bewindslieden gelijk hebben, is de vraag of die Europeanen met hun kritiek op Bush en zijn unilateralisme iets zullen bereiken. Misschien hebben zij grotendeels gelijk, maar krijgen zij het ook? En om het laatste gaat het in de politiek.
Maar ook als de Europeanen alle gelijk van de wereld zouden hebben, dan nog zouden ze meer begrip moeten hebben dan ze nu tonen voor het geweldige trauma dat de Amerikanen door de aanslagen van 11 september hebben opgelopen. ‘Hoe zouden wij Europeanen reageren als een terroristische aanslag het centrum van Parijs, Londen of Brussel had platgelegd?’, vraagt de Belgische oud-minister van Buitenlandse Zaken Mark Eyskens in De Standaard. Ook met oproepen tot dialoog met schurkenstaten?
Het kan de Amerikanen ze mogen nog zo weinig subtiel optreden dus nauwelijks kwalijk genomen worden dat ze geprikkeld reageren op deze Europese vermaningen. Je kunt het hun ook niet kwalijk nemen dat ze de Europanen in hun strijd tegen het terrorisme grotendeels negeren, want wat hebben de Europeanen te bieden?
In elk geval geen eensluidend advies. Het is eerder een kakofonie van verschillende geluiden dat uit Europa, ondanks zijn zogenaamde gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, opstijgt. Als Amerika behoefte zou hebben aan Europees advies, dan zou dat, omdat vijftien landen er hun zegje over zouden moeten doen, waarschijnlijk te laat komen en bovendien, om dezelfde reden, weinig helder zijn.
Als er straks tien nieuwe leden bij komen, zal de Europese Unie wél groter worden, maar niet noodzakelijkerwijs met duidelijker stem spreken, al was het slechts doordat die nieuwe leden hun nieuwe vrijheid beter gewaarborgd zien door Amerika dan door West-Europa. Het gezamenlijk advies zal dan waarschijnlijk nog moeilijker totstandkomen en nog minder te betekenen hebben.
En achter dat advies zou ook een macht moeten staan die Amerika respect zou moeten inboezemen. Op het ogenblik is het zo dat, zoals The Economist deze week uit Washington bericht, de Europese strijdkrachten, in Amerikaanse ogen, ‘vrijwel tot irrelevantie ineengeschrompeld’, ja, afgezien van een paar special forces, ‘bankroet’ zijn. Geen wonder dat het er de voorkeur aan geeft alleen te opereren, of, op z'n best, steun van bondgenoten à la carte te kiezen.
Minister Van Aartsen noemde dit twee weken geleden in de Eerste Kamer een ‘eclectische benadering’. ‘Dat wringt’, zo moest hij toegeven, omdat een multilateraal systeem dat niet door de VS wordt ondersteund, op langere termijn onhoudbaar is’. Dat ligt niet uitsluitend aan Amerika, omdat, zoals zijn collega De Grave bij dezelfde gelegenheid zei, in Europa ‘op dat punt nog weinig wordt bereikt’.
Ook zullen de Amerikanen weinig onder de indruk komen van een Europa dat onlangs besloot Duitsland, dat zijn begrotingstekort gevaarlijk heeft laten oplopen, een waarschuwing te besparen tegen het advies van de Europese Commissie in.
‘Niemand zal kunnen verwachten dat Amerika luistert naar een Europese partner die toegeeft aan zijn eigen provincialisme en juist dat verzwakt wat hem sterker moet maken’, waarmee het hier geciteerde hoofdartikel van de Frankfurter Allgemeine de euro bedoelt. Waar is de Europese global player gebleven, die Van Aartsen verleden jaar nog aan de horizon zag opdoemen?
Kortom, bij een verwijdering tussen Europa en de Verenigde Staten kan Europa alleen maar de verkiezende partij zijn. Voor de Europeanen geldt dan wat een Engelsman jaren geleden eens van de Nederlanders zei: ‘They are always right, but seldom relevant’ (zij hebben altijd gelijk, maar wat ze zeggen is zelden ter zake), met die aantekening dat het nog de vraag is of de Europeanen altijd gelijk hebben.
Zo onderschatten zij het gevaar van het terrorisme, waarschijnlijk omdat zijzelf geen nog geen 11 september aan den lijve hebben ondervonden. Maar zou een soortgelijke aanval op, zeg, Rijnmond wél een Europese solidariteit met Nederland in het leven roepen of zou de reactie dan dezelfde zijn als in het najaar van 1973, toen een Arabische olieboycot Nederland trof en sommige Europese partners Frankrijk en Engeland met name het in zijn eigen vet lieten gaar worden?
NRC Handelsblad van 21-02-2002, pagina 7