Een komma met gevolgen
Als mogelijk criterium voor ‘humanitaire interventie’, zoals die vorig jaar in Kosovo en Oost-Timor werd gepraktiseerd, geldt volgens een recente diplomatieke notitie: ‘(Een onmiddellijk gevaar van) ernstige en grootscheepse schendingen van fundamentele mensenrechten, die een bedreiging vormen van internationale vrede en veiligheid.’
In deze notitie, die geen rechtskracht heeft, is de consensus samengevat die bereikt werd op een seminar in november in Scheveningen, op Nederlands initiatief en onder Nederlands voorzitterschap, werd gehouden en waaraan ambtenaren van een aantal NAVO-landen deelnamen.
In mijn artikel van 25 februari wijdde ik voor de eerste keer aandacht aan dat ‘mogelijk criterium’, zoals hierboven aangehaald, en schreef ik dat de komma in die zin kennelijk ten onrechte was geplaatst. Immers, met komma staat er dat alle ernstige en grootscheepse schendingen van fundamentele mensenrechten een bedreiging vormen van internationale vrede en veiligheid.
Ik kon mij niet voorstellen dat dat de bedoeling weergaf van de deelnemers aan dat colloquium en meende dat bedoeld moest zijn dat alleen ernstige en grootscheepse schendingen van fundamentele mensenrechten die een bedreiging vormen voor internationale vrede en veiligheid, aanleiding konden vormen voor ‘humanitaire interventie’.
Maar nee, in de krant van 3 maart schrijft de heer B. ter Haar, die als rapporteur betrokken was bij dat seminar (en dus wel als auteur van die notitie beschouwd kan worden), dat die komma ‘er niet per ongeluk’ staat. De komma betekent inderdaad, schrijft hij, ‘dat extreme schendingen van de mensenrechten beschouwd moeten worden als een bedreiging van de internationale vrede en veiligheid’.
En voor het geval dat dit niet helemaal tot ons doorgedrongen mocht zijn herhaalt hij: ‘Het is [...] realistisch om iedere extreme schending van de mensenrechten te beschouwen als een potentiële bedreiging van de internationale vrede en veiligheid.’
Het verschil tussen wat ik dacht dat de bedoeling van de notitie was en wat volgens de auteur ervan de bedoeling is - het verschil tussen een weggelaten en een geplaatste komma - is niet gering. We kunnen dat het beste aantonen door de aangehaalde zin uit de sfeer van de semantiek te halen en toe te passen op concrete gevallen.
Nemen wij een geval dat onlangs weer actueel geworden is: het regime van generaal Pinochet in Chili. Niemand zal kunnen ontkennen dat onder dat regime schendingen van mensenrechten hebben plaatsgevonden, maar hebben deze ook maar één ogenblik de internationale vrede en veiligheid bedreigd?
Volgens de notitie deden zij dat. Of zullen de opstellers van die notitie het argument aanvoeren dat die schendingen niet ‘ernstig’, niet ‘grootscheeps’ of niet ‘extreem’ (dat is de kwalificatie die Ter Haar in zijn brief aan de krant invoert) zijn geweest? De nabestaanden van Pinochets slachtoffers zullen er anders over denken. Overigens kan het voorbeeld Pinochet met talloze andere voorbeelden aangevuld worden.
Als sommige van die andere gevallen van schending van mensenrechten niettemin aanleiding gaven tot internationaal ingrijpen, dan niet omdat degenen die verantwoordelijk waren voor die schendingen van de mensenrechten, de internationale vrede en veiligheid bedreigden, maar omdat die schendingen om andere redenen niet langer geduld werden.
Ingeval ‘extreme schendingen van de mensenrechten’ inderdaad de internationale vrede en veiligheid bedreigen, dan is dat een goede en betrekkelijk heldere reden voor ‘humanitaire interventie’. Doen ze dat niet, dan zijn er misschien nog wel goede redenen voor zo'n interventie, maar wordt het veel moeilijker om een criterium te vinden.
Rechtvaardigen uitsluitend ‘ernstige en grootscheepse’ of ‘extreme’ schendingen van ‘fundamentele’ mensenrechten zo'n interventie? Zijn die schendingen echter niet ernstig, niet grootscheeps of niet extreem en worden er wel mensenrechten, maar geen ‘fundamentele’ mensenrechten door aangetast, wat dan? We raken dan verzeild in een eindeloze casuïstiek. Daarentegen heeft het criterium van de bedreiging van internationale vrede en veiligheid de charme van de betrekkelijke eenvoud. Helaas, slaat dat meestal niet op de werkelijke stand van zaken, want meestal is er van zo'n bedreiging geen sprake.
Daarom is er alles voor te zeggen ‘humanitaire interventie’ (waaronder de notitie verstaat: ‘gewapende interventie in een andere staat zonder toestemming van die staat, teneinde het hoofd te bieden aan (de bedreiging van) een humanitaire ramp’) te beperken tot gevallen waarin schendingen van mensenrechten inderdaad een bedreiging van de internationale vrede en veiligheid vormen.
Met andere woorden: als de komma in de aangehaalde zin ‘niet per ongeluk’ geplaatst is, dan wordt hiermee de sluis geopend voor oeverloze interventies van bijna iedereen tegen iedereen, terwijl zonder komma ‘humanitaire interventie’ alleen zou kunnen plaatsvinden in geval van bedreiging van de internationale vrede en veiligheid. Het onderscheid is niet academisch en niet gering.
NRC Handelsblad van 10-03-2000, pagina 7