Het onbetrouwbare geheugen
‘Fracties die herhaaldelijk laten zien geen politiek geheugen te hebben, geen idee hebben van hun standpunten van enkele jaren eerder of stilzwijgend hun eigen verkiezingsprogramma negeren, lopen het gevaar hun geloofwaardigheid aan te tasten.’ De politicoloog Philip van Praag schrijft dit in de Volkskrant van 16 november naar aanleiding van het feit dat de fractie van D66 in de Tweede Kamer in het debat over gaswinning in de Waddenzee ‘op verbazingwekkende manier afstand heeft genomen van haar eigen verkiezingsprogramma’, waarin een ‘uiterst genuanceerd standpunt’ over die gaswinning werd ingenomen.
Inderdaad, het politieke geheugen is vaak kort - tenzij in dit geval van kras cynisme moet worden gesproken of van speculeren op het korte geheugen van anderen. Is het laatste het geval, dan loopt D66 minder gevaar dat die anderen haar geloofwaardigheid zullen aantasten.
Maar meestal heeft het korte geheugen niets te maken met kwade trouw, maar met gebrekkige kennis - misschien heeft de fractie van D66 het eigen verkiezingsprogramma nooit gelezen - of met zelfbegoocheling: hoeveel mensen geloven niet oprecht in hun eigen onwaarheden? Kortom, een betrouwbaar iemand hoeft nog geen betrouwbaar geheugen te hebben.
Zo hoeft er niet getwijfeld te worden aan de goede trouw van de redacteur van het weekblad HN Magazine (het vroegere Hervormd Nederland) die in het nummer van 9 november schreef: ‘Het zijn de internationale oecumenische contacten geweest die de voedingsbodem hebben gelegd voor de ineenstorting van de boeren- en arbeidersstaat’ (bedoeld wordt de DDR).
Werkelijk? Is er geen enkele andere factor geweest die ook aan die ineenstorting heeft bijgedragen? De DDR zelf bijvoorbeeld? In Der Spiegel van 15 november wordt eraan herinnerd dat de baas van de Oost-Duitse economie, Günter Mittag, twee jaar na de Wende in een vraaggesprek zei: ‘De economische ineenstorting van de DDR tekende zich al in 1981 af en werd in 1983 onmiskenbaar.’ Toen bedroeg haar schuld aan het buitenland al 24 miljard DM. (Volgens Mittag was de Sovjet-Unie al in 1980 bankroet.)
Er kan van mening worden verschild over de bijdrage die de kerkelijke vredesbeweging heeft geleverd aan de ineenstorting van de DDR, maar dat haar bijdrage de belangrijkste of zelfs de enige was, zoals in de aangehaalde zin staat, is een kras staaltje van Hineininterpretierung - en dat zo kort na de gebeurtenis zelf!
Maar als je eenmaal op die lijn zit, dan ga je ook andere feiten in een ander daglicht zien dan waarin ze in werkelijkheid hebben gestaan. Zo wordt als voorbeeld van die contacten die dan de ineenstorting van de DDR zouden hebben veroorzaakt, de contacten van de oecumenische (Nederlandse) gemeente in Berlijn en de zogenaamde Praagse Vredesconferentie genoemd.
Maar die waren praktisch werktuigen van de DDR of van Moskou. De voorgangster van die Berlijnse gemeente, ds. Bé Ruys, was IM (inoffizielle Mitarbeiterin) van de Stasi en betreurde onlangs nog in een vraaggesprek de ineenstorting van de DDR. En van de Praagse Vredesconferentie bleef, na het vertrek in 1968 (Russische inval in Tsjechoslowakije) van mensen als de pacifist prof. J. (Hannes) de Graaf en de Tsjechische theoloog Hromadka, een stelletje goedgelovigen en collaborateurs (onder wie prof. A.J. Rasker en ds. Ruys) over. Er komt nog een ander voorbeeld van slecht geheugen in dat artikel voor. Herinnerd wordt aan de ‘befaamde’ uitspraak van de hervormde synode van 1962, ‘die zich onomwonden tegen de kernbewapening uitsprak’. Maar dat deed zij niet. Zij sprak zich tegen het gebruik van kernwapens uit. De problemen ‘verbonden aan het nu eenmaal voorhanden zijn’ van die wapens, vond zij ‘te ingewikkeld’ om te kunnen volstaan met de ‘simpele constatering’ dat ze eenvoudig konden worden afgeschaft.
Nu is het misschien te veel gevergd te verwachten dat iemand precies weet wat er in een rapport uit 1962 staat, maar dan moet je dat rapport zelf maar even uit de kast halen en raadplegen. De synode heeft weliswaar vijftien jaar later ook het bezit van kernwapens veroordeeld, maar in het artikel in HN wordt uitsluitend naar het rapport van 1962 verwezen.
Dit artikel bevat tevens uitspraken van Laurens Hogebrink, bestuurslid van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV), en het merkwaardige is nu dat die uitspraken, zoals ze in dat artikel aangehaald worden, helemaal niet de uitspraak lijken te bevestigen dat het de internationale oecumenische contacten zijn geweest die de voedingsbodem voor de ineenstorting van de DDR hebben gelegd.
Eerder het tegendeel. Hogebrink lanceert in de passages waarin hij wordt geciteerd, een felle aanval op de Wereldraad van Kerken: ‘We (!) hebben op het officiële vlak schromelijk gefaald in het ondersteunen van dissidenten. [...] De Wereldraad van Kerken heeft geen enkele visie op Europa ontwikkeld. De Wereldraad heeft de oecumene ongeloofwaardig gemaakt.’ Voor kerkelijke vertegenwoordigers in Oost-Europa is oecumene ‘nog steeds een vies woord, omdat ze het vereenzelvigen met communisme’.
Maar als kerkelijke vertegenwoordigers in Oost-Europa oecumene nog steeds vereenzelvigen met communisme, hoe klopt dat dan met de bewering dat het de internationale oecumenische contacten geweest zijn die de voedingsbodem hebben gelegd voor de ineenstorting van, althans, de DDR? Dan zijn die kerkelijke vertegenwoordigers blijkbaar niet op de hoogte van de bijdrage die de oecumenische contacten hebben geleverd aan de val van het communisme.
Of moeten we aannemen dat er een tegenstelling bestond tussen de oecumene van de Wereldraad (het ‘officiële vlak’), die het communisme met fluwelen handschoenen aanpakte, en de onofficiële oecumene van afzonderlijke, bijvoorbeeld Nederlandse en Oost-Duitse, kerken, die daarentegen een dodelijke luis in de communistische pels zouden zijn geweest?
De stelling van het artikel in HN wordt nog minder overtuigend als we kijken naar de foto die erbij staat. Die toont een door het IKV georganiseerde massademonstratie tegen kernwapens uit het begin van de jaren '80. Een foto van zo'n demonstratie tegen de schending van de mensenrechten in Oost-Europa - of tegen de Wereldraad - zou, gezien de these van het artikel, meer voor de hand hebben gelegen. Of bestaan zulke foto's niet? Of zijn zulke massademonstraties er nooit geweest?
NRC Handelsblad van 19-11-1999, pagina 9