Maxima behoort niet tot de minima
Van de nieuwe vlam van onze kroonprins weten we nog weinig, maar één ding is wel zeker: Maxima behoort niet tot de minima. De familie Zorreguieta is een van die rijke Argentijnse families die grote estancia's bezitten en lid zijn van de poloclubs van Buenos Aires.
Vroeger stuurden die mensen hun kinderen naar kostscholen in Frankrijk en Zwitserland - ze komen voor in Valéry Larbauds roman A.O. Barnabooth, hogelijk bewonderd door Eddy Du Perron -, nu eerder naar de Verenigde Staten. Het is - althans was - een hoogst beschaafde kaste.
In de vooroorlogse Volkenbond speelden de Argentijnse diplomaten, voornamelijk uit die groep gerekruteerd, een belangrijke rol. Een hunner, Carlos Saavedra Lamas, kreeg zelfs de Nobelprijs voor de vrede in 1936. We moeten over hun betekenis niet gering denken.
Van hun politieke invloed is niet veel overgebleven sinds het regime van populist Juan Perón (1946-1955), die het rijke Argentinië tot de rand van de afgrond bracht. Zijn vrouw, de beroemde Evita, die zelf uit de armste lagen van de bevolking kwam, haatte hen - en omgekeerd.
Maar kennelijk hebben zij alle wisselvalligheden van de laatste halve eeuw overleefd en is hun train de vie intact gebleven. Daar is op zichzelf niets mis mee, behalve dat deze schril afsteekt bij de soberheid en eenvoud die zelfs het leven van Nederlands sociale elite kenmerken (we hebben het niet over de poenen die zich graag in de zogenaamde societyrubrieken laten zien).
Ook onze koninklijke familie munt uit door een ingetogen levensstijl. Zoiets behoort bij de Nederlandse cultuur, maar is ook gevolg van de Nederlandse geografie. Bij ons geen uitgestrekte landgoederen, zo groot als hele provincies. Bij ons geen paleizen zoals Buckingham Palace, Sandringham of Balmoral. Bij ons heten zij Noordeinde of - nog typerender - Kneuterdijk.
Ja, het leven van zo'n Argentijnse familie is koninklijker, althans feodaler, dan die van onze royalty, die haar republikeinse achtergrond nooit verloochend heeft. Ook de echtgenoten van onze laatste twee vorstinnen waren van betrekkelijk eenvoudigen huize: kleine of verarmde Duitse adel.
Zij konden zich - en dat gold zeker voor prins Claus - gemakkelijk voegen in het burgerlijke levenspatroon dat van hen werd verwacht. Alleen prins Hendrik, die gewend was aan de heiden en bossen van Mecklenburg, had daar wat moeite mee. Voor hem werden er dan ook everzwijnen uit Duitsland geïmporteerd, zodat hij tenminste kon jagen op de manier die hij gewend was.
Ook Maxima zal - aangenomen dat zij de uitverkorene is die bestemd is te zijner tijd de troon te bestijgen - aanvankelijk enige moeite hebben te wennen aan de Nederlandse dimensies, waarbinnen iedereen op elkaars lip zit, maar in haar directe voorgangsters, de koninginnen Sophie en Emma, heeft zij goede voorbeelden.
Weliswaar was de eerste diep ongelukkig in ons land - maar dat kwam voornamelijk door haar onmogelijke man -, maar zij compenseerde dit ongeluk door de intellectuele elite van het toenmalige Europa (en Amerika) om zich heen te verzamelen. Waarom zou dat niet weer kunnen?
En de tweede, Emma, die zelf uit een heel klein vorstendom kwam - Arolsen is nog kneuteriger dan Den Haag - heeft de monarchie gered, die door diezelfde onmogelijke koning zwaar in diskrediet was gebracht. Dat zal deze keer niet nodig zijn, maar Maxima - we gaan nog steeds uit van die hypothese - zou geen kwaad doen zich aan haar te spiegelen.
In één opzicht zal zij zelfs een heel bijzondere taak hebben. Willem Alexander zal de eerste koning zijn sinds 1890. Vanaf dat jaar is ons volk gewend geraakt aan koninginnen, en dat schept een heel andere gevoelsverhouding tussen staatshoofd en volk dan onder een koning. Het zal hem niet gemakkelijk vallen de plaats in de harten van dat volk in te nemen die vooral zijn moeder en grootmoeder daarin hadden. Zijn vrouw kan hem daarin helpen.
Er is nog iets anders waaraan Nederland en Maxima zullen moeten wennen. ‘Maxima is rooms-katholiek’, stond met grote letters in een krant. Alsof dat een ontdekking was! Wat konden we anders verwachten van een Argentijnse? Maar daarmee is de kous niet af.
Zeker, zij zal niet de eerste in de koninklijke familie zijn die rooms-katholiek is of werd. Prinses Irene was de eerste, maar die is, voorzover bekend, weer van dat geloof af (haar kinderen evenwel niet). De tweede is prinses Marilène, maar haar geloof was voor de meesten geen bezwaar om haar in hun hart te sluiten. Niettemin is de herinnering aan de huwelijksvoltrekking van verleden jaar nog vers. Kardinaal Simonis maakte er achteraf bezwaar tegen dat niet-katholieken tot de communie waren uitgenodigd. Die trammelant kan weer ontstaan - zeker nu de op zichzelf al conservatieve kardinaal door de nieuwe bisschop van Groningen rechts ingehaald dreigt te worden.
Het zal nog heel wat voeten in de aarde hebben voordat er zekerheid is dat zoiets niet weer gebeurt. Laten we hopen dat dit allemaal grotendeels aan die arme Maxima, die zich waarschijnlijk nooit heeft afgevraagd of iemand rooms-katholiek dan wel protestant is, zal voorbijgaan. Maar ja, voor velen in ons land is dat een heel belangrijke zaak.
Voor wie noch rooms-katholiek-, noch protestants-gelovig is, is het om een andere reden een belangrijke zaak: voor het eerst in de geschiedenis krijgt Nederland een rooms-katholieke als (toekomstige) koningin. Velen zullen daar, met de oecumene en de lege kerken in hun hoofd, niet zwaar aan tillen. Niettemin is het een novum en wordt de historische (niet de staatsrechtelijke) plaats die de Oranjedynastie in ons bestel inneemt, minder vanzelfsprekend.
En: wat moet er met de kindertjes? Heeft de kardinaal al eisen gesteld?
NRC Handelsblad van 07-09-1999, pagina 9