Machiavelli of rubberen leeuw?
Incertitudes allemandes - deze uitdrukking duikt voortdurend op wanneer Fransen het over Duitsland hebben, dat machtige rijk aan hun oostgrens waarvan ze nooit precies weten welke richting het op zal gaan, gedreven als het, in hun ogen, wordt door donkere krachten die het tegendeel lijken te zijn van de cartesiaanse logica waardoor zijzelf, alweer in hun ogen geleid worden.
Moeten we op de dag dat een nieuwe Duitse regering aantreedt, opnieuw van ‘Duitse onzekerheden’ spreken? Ja, maar dan niet omdat de regering-Schroder de bijna metafysische angsten oproept waarvan die Franse term uitdrukking is. De onzekerheden over de komende vier jaar zijn, om zo te zeggen, normale onzekerheden - onzekerheden die bestaan bij het aantreden van elke nieuwe regering, waar ook ter wereld (dus ook in Frankrijk). Ze lijken in dit geval groter, in de eerste plaats, omdat de wereld de afgelopen zestien jaar lang gewend was geraakt aan het brok onzekerheid dat Helmut Kohl voorstelde - hoewel we vergeten zijn dat het ook bij hem enige jaren heeft geduurd alvorens hij zijn gezag in Duitsland, en vervolgens in Europa, had gevestigd. Iedere opvolger zou moeite hebben uit de schaduw van deze kolos te treden.
Maar er komt nog iets bij. De start van de nieuwe regering is, al voor haar aantreden niet briljant geweest. Dat komt niet door spanningen tussen de twee coalitiepartners. De Groenen hebben vrijwel alles, zelfs hun dierbaarste beginselen, ingeslikt om maar in de regering te komen. Nee, het zijn de spanningen binnen de grootste regeringspartij, de SPD, die oorzaak zijn van de onzekerheid.
Dat er spanningen bestonden tussen de twee grote tenoren van de SPD, Schroder en Lafontaine, was al jaren bekend. Lafontaine heeft zichzelf altijd als de betere bondskanselier beschouwd maar heeft zich erbij neergelegd dat Schroder de betere stemmentrekker was. Sindsdien is het zijn doel de macht op andere manier uit te oefenen dan als bondskanselier.
Zijn er ook ideologische verschillen? Lafontaine is een ouderwetse sociaal-democraat, een keynesiaan. Schroder heeft zich opgeworpen als de moderniseerder, de man van het ‘nieuwe midden’, de kleine zakenman, de managers, de wetenschappelijke en technische elite.
Het is de vraag hoe diep die verschillen zijn.
Immers, in het regeringsakkoord is weinig terug te vinden wat aantrekkelijk is voor dat ‘nieuwe midden’, en als minister van Financien heeft Lafontaine de macht van zijn ministerie weten uit te breiden ten koste van de ministeries van Buitenlandse en Economische Zaken. Dat was voor de ondernemer Stollmann, die Schroder had uitgezocht voor dat laatste ministerie, voldoende reden om, toen hij het regeringsakkoord had gelezen zich bekocht te voelen en alsnog voor de eer te bedanken.
De vraag is nu: was Schroders opvrijen van het ‘nieuwe midden’, incluis de benoeming van Stollmann, alleen maar een methode om stemmen te winnen en keert hij nu terug tot sociaal-democratische overtuigingen die hij altijd heeft gehad of heeft Schroder de machtsstrijd tegen Lafontaine (of de eerste ronde erin) gewoonweg verloren? In andere woorden: is Schroder een Machiavelli of wat de Duitsers noemen: een gummi Lowe (een rubberen leeuw)?
Als hij werkelijk een Machiavelli mocht zijn, dan is er nog de mogelijkheid dat hij op de gelegenheid wacht zijn rivaal Lafontaine de nek te breken en dan het programma uit te voeren dat hij de kiezers voorspiegelde. Per slot van rekening kwam president Mitterrand in 1981 ook met een keynesiaans programma om na twee jaar een ommezwaai van 180 graden te maken. Schroder zou zo'n ommezwaai meer moeite kosten, omdat hij, anders dan Kohl, geen partijvoorzitter is. Dat is Lafontaine.
Mitterrand was overigens tot die draai gedwongen omdat de wereldeconomie toen al zo geintegreerd was dat Frankrijk slechts op straffe van devaluatie en machtsverlies zijn eerzame koers zou kunnen volhouden. Spoedig zal blijken welke keus Schroder zal doen, als het programma van zijn regering in conflict zou komen met het Stabiliteitspact dat de euro moet beschermen.
Nu al botst Lafontaine, die vaste wisselkoersen en beperkingen van de kapitaalmarkt bepleit, openlijk met Duisenberg, president van de Europese Centrale Bank, die dit categorisch afwijst. Dat kan nog tot een crisis leiden, zeker als hij Frankrijk en Italie (dat nu een ex-communist als premier heeft) achter zich krijgt wat allesbehalve onwaarschijnlijk is.
Onzekerheden genoeg dus. Onzekerheden die hun oorzaak vinden in het paradoxale feit dat de sociaal-democraten, die bijna overal in Europa de macht hebben veroverd het onderling niet eens zijn over het model dat het beste antwoord is op de nood der tijden: het model van Blair, dat van Kok-Duisenberg, dat van Jospin, dat van Lafontaine? En waar staat Schroder?
Boven al die onzekerheden zweeft de onzekerheid of de recessie ook Europa in haar greep zal krijgen. Maar dat is een onzekerheid die boven het hoofd van alle regeringen, links of rechts, hangt.