The medium is the message
De laatste weken heb ik zitten lezen in een boek dat zich bezighoudt met geschiedenis - niet met de geschiedenis zoals die is verlopen, maar zoals zij had kunnen verlopen, als ... als Hitler de oorlog gewonnen had, als de Koude Oorlog vermeden had kunnen worden enzovoort. Virtual history noemen de Engelsen dat, en zo luidt ook de titel van dat boek.
Over dat boek zal ik het hier niet verder hebben, want het wordt binnenkort besproken in de vrijdagse boekenbijlage. Maar in de tijd dat ik erin zat te lezen, viel wat ik maar zal noemen: de week van Diana. Bijna onvermijdelijk kwam bij mij de vraag op: wat zou er zijn gebeurd als Diana minder mooi zou zijn geweest? En: wat als zij geen prinses was geweest?
Het valt niet te bewijzen, maar het is wel zeker dat, als zij lelijk zou zijn geweest, zij niet zo'n universele bekendheid zou hebben gehad. De fotografen zouden haar dan niet zo hebben achtervolgd als ze nu deden, haar foto's zouden niet in alle kranten over de hele wereld hebben gestaan, ze zou niet quasi-gecanoniseerd zijn geweest. Ze zou de bekendheid hebben genoten van, zeg, haar ex-schoonzuster Anne.
En als ze geen prinses zou zijn geweest? Ze zou nóg zo mooi hebben kunnen zijn, die bijna religieuze verering zou haar niet ten deel zijn gevallen. Het is de combinatie van mooi en prinses die van haar gemaakt hebben wat zij was, althans: in de ogen van het publiek was. Haar abrupte dood heeft dat effect nog honderdvoudig vergroot.
Die combinatie heeft zich eerder voorgedaan: koningin Astrid van België en Grace Kelly, prinses van Monaco, waren beiden mooie vrouwen, en beiden zijn bij een auto-ongeluk omgekomen, de eerste in 1935, de tweede in 1982. De consternatie was in beide gevallen massaal, maar niet te vergelijken met de universele verslagenheid die de dood van Diana teweegbracht.
In 1935, het pretelevisietijdperk, stond de moderne mediacultuur nog maar in haar kinderschoenen. Astrids dood heeft eigenlijk alleen maar de krantenlezers en radioluisteraars in Europa geschokt. En wat Monaco betreft: dat is altijd min of meer als een operettestaatje beschouwd geweest. Bovendien had Grace Kelly al een heel verleden als bekende filmster achter de rug, was zij niet het prototype van ongereptheid dat Diana, ondanks haar frivole kanten, zo goed wist te blijven.
Mooi en prinses - het zijn dus vooral uiterlijke kenmerken zonder welke het massaverschijnsel waarvan we vorige week getuigen zijn geweest, niet denkbaar was. Natuurlijk: het mededogen met haar als verstoten vrouw en schoondochter heeft ook bijgedragen aan de ongekende uitbarsting van verdriet, evenals haar serieuze kanten - haar inzet voor goede doelen dat hebben gedaan. Maar die zijn geen voldoende verklaring. Ook minder mooie, niet-prinselijke vrouwen zetten zich daarvoor in en blijven onopgemerkt.
Omgekeerd plengen wij geen traan meer bij het zien van honderden vermoorden in Bosnië, Rwanda of Algerije, maar wanneer een vrouw verongelukt die, behalve mooi en prinses, waarschijnlijk niet eens zo bijzonder was, snikken miljoenen. Kan iemand een verklaring voor dit verschijnsel geven? Moreel bevredigt die voorkeur voor die ene dode in elk geval niet.
Onweerstaanbaar herinnert dit verschijnsel aan de nu vergeten, maar een dertig jaar geleden veelbesproken Canadese socioloog Marshall McLuhan en zijn toen verrassende stelling: the medium is the message. In deze wereld, die toen al door de massamedia tot een dorp geworden was, is het middel tot boodschap geworden. Diana was middel van de media geworden (zoals ze zelf ook de media weer als middel gebruikte) en was daardoor tot boodschap gegroeid.
Wat hield die boodschap in? Niemand weet het, en niemand schijnt het ook te kunnen schelen. Of beter: ieder geeft de boodschap een inhoud naar eigen believen. Deze massale ontvankelijkheid voor de uiterlijke vorm, de glamour, heeft iets griezeligs. Diana was een onschuldig medium, maar dat zegt niets over de toekomst, waarvan we alleen weten dat ze steeds meer beheerst zal worden door de media die uit zijn op onmiddellijke bevrediging van het publiek door het wekken van een lach, een traan of een huivering.
Alle massale emotie heeft iets griezeligs, tenzij zij gekanaliseerd wordt. Dat heeft de rooms-katholieke kerk goed begrepen. Zij voldoet aan de behoefte van miljoenen aan heiligen, aan ikonen, maar houdt de bevrediging ervan in de hand. Of die behoefte iets met het wezen van Christus' leer te maken heeft, mogen rationele geesten betwijfelen: ze bestaat en wordt door de kerk geïnstrumentaliseerd. Staat ze niet in dienst van iets anders, dan kan ze gemakkelijk uit de hand lopen.
Waar in heiligen niet meer geloofd wordt, beantwoorden koningen, koninginnen, prinsen en prinsessen het meest aan die religieuze behoefte. Dat Diana prinses was, was dus een eigenlijk element in het geheel van oorzaken dat tot de uitbarsting van vorige week heeft geleid. Dat bewijst dat de monarchale magie nog allesbehalve uitgeblust is. De Windsors mogen dan misschien klappen hebben gekregen waarvan ze moeilijk zullen kunnen herstellen, dat hoeft niet te betekenen dat de monarchie dood is. Ze voldoet kennelijk nog steeds aan een behoefte.
Dat is in Nederland ook zo, maar of die behoefte bevredigd wordt, is blijkbaar erg afhankelijk geworden van de personen die de monarchale gedachte belichamen - en van hun echtgenoten. Daarom zouden we haast wensen dat degenen die in ons land recht hebben op de troonopvolging, niet moeders mooisten tot hun vrouw zullen kiezen. Dat zou alvast heel wat in publiciteit schelen en de betrokkenen veel ergernis, zo niet leed, besparen. Maar verder mogen we ons gelukkig prijzen dat een monarchie in een land als het onze - bicycle monarchy, zeggen de Engelsen neerbuigend - nooit zo in het licht van de schijnwerpers staat als de Britse.
NRC Handelsblad van 12-09-1997, pagina 7