Gedachten bij twee foto's
't Is nog altijd even wennen. Ik weet wel dat we - zeker na de moord op Rabin - anders tegen Yasser Arafat moeten aankijken dan vroeger, en ook weet ik dat voor Arabieren evenals vroeger voor communistische bonzen, de broederkus dezelfde betekenis heeft als een handdruk, maar toch kon ik een lichte reactie van weerzin niet onderdrukken toen ik op een foto Arafat en Lubbers elkaar zag omhelzen.
Hoeveel mannen heeft Arafat niet omhelsd die toen al als misdadigers, moordenaars of, op z'n best, onderdrukkers bekend stonden? En hoevelen heeft hij er omhelsd die hij graag een dolk tussen de schouderbladen zou steken of die, omgekeerd, hetzelfde graag met hem zouden doen (broedermoord is tussen Arabieren heel gewoon)?
Ben ik te preuts of daarentegen te cynisch wanneer ik achter dat uitbundig vertoon van vriendschap iets zoek? Of moet ik het ‘'s lands eer, 's lands wijs’ laten gelden? Maar dat is het 'm juist: die exhibitie van hartelijkheid tussen Lubbers en Arafat vond in Den Haag plaats, en daar is eerder een zekere gereserveerdheid 's lands wijs.
Tenminste, nog wel. Maar als we zien hoe het kussen van dames - niet één, maar twee, drie en zelfs vier keer - hand over hand is toegenomen, zonder dat dit ook maar iets zegt over de gevoelens tussen de kusser en de gekuste, dan moeten we het ergste vrezen. Hoe moeten, bij deze kusinflatie, echte intimi uiting geven aan hun gevoelens?
Het heeft allemaal iets vals. Per slot van rekening kuste Judas ook Christus, of willen we een eigentijdser voorbeeld: in 1979 viel president Carter in Wenen Brezjnev om de hals - enkele maanden voordat deze zijn troepen zou bevelen Afghanistan binnen te vallen en daarmee de goede Carter het gevoel zou geven verraden te zijn. Een simpele handdruk in Wenen zou Carter later minder te kijk hebben gezet.
Nu weten we wel dat er tussen Arafat en een gewezen minister-president van Nederland minder op het spel staat dan tussen de bazen van de toenmalige supermogendheden. Voor Arafat was die accolade routine, en Lubbers zal er ten hoogste een beetje mee geplaagd worden in familie- en vriendenkring. Bovendien, wie begon er: Arafat, en kon Lubbers niet terugdeinzen zonder beledigend te schijnen? Of omgekeerd? (In Wenen was het Carter - het zij tot Brezjnevs eer gezegd - die begon.)
Het beste lijkt me dat voortaan van tevoren afgesproken wordt welke betuiging passend is, in aanmerking genomen de zeden van het gastland in kwestie en de werkelijke stand der relaties. Er is al genoeg schijnheiligheid in de wereld. En per slot van rekening gaat soms zelfs een handdruk sommigen te ver. Denk aan de Nederlandse hockeyspelers die in de jaren zeventig de uitgestoken hand van een Argentijnse generaal-president weigerden.
Er was deze week nog een andere foto die mij aan het denken zette. Daarop zag je koningin Beatrix oud-president Nyerere van Tanzania weliswaar niet omhelzen, maar wel erg innig in de ogen kijken, haar hand op de zijne leggend. Dat was op de door minister Pronk georganiseerde conferentie in Maastricht, waaraan een keur van Afrikaanse staatslieden - en blijkbaar ook oud-staatslieden - op Nederlands uitnodiging deelnamen. (Blijkbaar heeft ons ethisch imperialisme zich, na het echec in Indonesië, op Afrika geworpen.)
Zeker, Nyerere is een oude vriend van de koninklijke familie, wier banden met hem nog dateren van de tijd dat zij ook innige betrekkingen had met de keizerlijke familie van Ethiopië, die zo rampzalig aan haar eind gekomen is. En, zeker, Nyerere maakt de indruk een rechtschapen, sober man te zijn. Heel anders dan sommige andere Afrikaanse machthebbers.
Maar dat neemt niet weg dat onder zijn regime, en als gevolg van zijn soort van socialisme, Tanzania nog armer is geworden dan het al was toen het onafhankelijk werd. En voor die pauperisering is Nederland, en in 't bijzonder minister Pronk, die vele miljoenen in Nyereres project heeft gestoken, mede verantwoordelijk. (Het bewijs van het succes van de hulp aan Tanzania dat dr. P. Hoebink in de krant van 28 november gaf - het aantal academici is er gestegen van dertig tot tienduizenden - lijkt me niet overtuigend: hebben al die academici werk, en wat is hun kwaliteit?)
Onlangs heeft Pronk, verwijzend naar de tijd dat Nyerere de lieveling was van alle ontwikkelingswerkers, min of meer erkend dat er toen fouten zijn gemaakt - een erkenning overigens die geen enkele politieke consequentie heeft gehad, evenmin als zijn vele wissselingen van ontwikkelingsfilosofie (die op z'n minst insluiten dat de vorige verkeerd was) die consequentie hebben gehad.
Maar ja, het CDA mag dan wel niet meer in de regering zitten, Pronk is sacrosanct. Hij is het laatste bewijs tegenover de achterban dat de PvdA links is. Trouwens, het hele ontwikkelingsbeleid is vrijwel sacrosanct - niet alleen bij de PvdA. Daarmee kwijten we ons van onze schuld, althans van onze schuldgevoelens. Daar hebben we een lieve duit voor over, en hoe die duit besteed wordt - dat is van minder belang.
Blijkbaar is het ook van minder belang dat Nederland zojuist vijftig miljoen gulden betalingsbalanssteun aan Tanzania heeft gegeven, terwijl eind van het vorige jaar westerse donoren besloten hadden die steun stop te zetten wegens de grootschalige corruptie in dat land. Die Nederlandse Alleingang vond plaats aan de vooravond van de verkiezingen, wat op z'n minst de indruk wekt van inmenging in een verkiezingsstrijd en bevoordeling van een corrupte regeringspartij.
Die indruk wordt versterkt doordat na de verkiezingen Pronk de Nederlandse ambassadeur in Tanzania de opdracht heeft gegeven een verklaring van enkele belangrijke donoren niet te ondertekenen, waarin twijfel werd uitgesproken over de juistheid van de uitslag van de verkiezingen op het aan Tanzania behorende Zanzibar - terwijl die ambassadeur nota bene het initiatief voor zo'n verklaring had genomen.
Dat is een politieke daad, en staat die ambassadeur niet, wat politieke zaken betreft, onder de instructies van minister van buitenlandse zaken Van Mierlo? Of heeft deze Afrikaanse zaken aan zijn collega voor ontwikkelingssamenwerking gedelegeerd? Zou dit niet een mooie gelegenheid zijn om fractieleider Wolffenspergers waarschuwing waar te maken dat D66 zich voortaan meer tegenover partners zal profileren?
Al deze gedachten gingen door mijn hoofd bij het bekijken van die foto met het innige tête-à-tête tussen ons staatshoofd en een oud-president, wiens aureool verbleekt is - behalve in Nederland. Tja, als je iemand veel geld hebt gegeven, sta je bij hem in het krijt.
NRC Handelsblad van 01-12-1995, pagina 7