Niemand is verantwoordelijk
Wanneer minister Pronk de internationale gemeenschap oproept in Bosnië op te treden zoals in 1991 tegen Irak is opgetreden, gaat hij van een verkeerde onderstelling uit. Wat is die verkeerde onderstelling? Dat er een internationale gemeenschap bestaat.
De Verenigde Naties, waarvan bijna alle staten der wereld lid zijn, zijn niet verenigd, zijn dus geen gemeenschap. Ze hebben weliswaar een beslissingsorgaan, de Veiligheidsraad, maar aangezien vijf leden daarvan het vetorecht hebben, komt het zelden tot beslissingen die ondubbelzinnig zijn en tanden hebben. Voor de uitvoering van zijn beslissingen is het afhankelijk van de medewerking van afzonderlijke staten.
Zo draagt ook de Europese Unie een misleidende naam. Ze is helemaal geen unie, in de zin van onafhankelijk beslissende en optredende staatkundige eenheid. Haar beslissingsorgaan is de ministerraad, bestaande uit de ministers van twaalf soevereine staten. Daarin kunnen beslissingen slechts na veel hangen en wurgen, en op grond van moeizame compromissen, bereikt worden. Over eigen strijdkrachten die die beslissingen kunnen afdwingen, beschikt zij niet.
De Noordatlantische Verdragsorganisatie heeft, in tegenstelling tot VN en EU, niet de pretentie iets anders te zijn dan een instrument, namelijk van haar zestien lidstaten, die dit instrument in de zaak-Bosnië ter beschikking van de VN hebben gesteld.
De VN, EU en NAVO kunnen dus niet schuldig worden verklaard aan het falen in Bosnië. Het zijn de afzonderlijke staten die lid zijn van deze organisaties, die gefaald hebben - de grote meer dan de kleine, want de groten beschikken nu eenmaal over meer middelen om een eind te maken aan het expansionisme van de roofstaat Servië.
Maar zelfs de grote staten huiveren zelfstandig op te treden - hetzij omdat zij vrezen niet voldoende steun hiervoor te krijgen bij eigen bevolking; hetzij omdat zij wel weten hoe ze zich in dit wespennest kunnen steken, maar niet hoe ze er weer uit kunnen komen; hetzij omdat zij niet willen dat ook anderen zich erin gaan mengen.
Bij gebrek aan één verantwoordelijke is er een vacuüm ontstaan, waarin de verantwoordelijkheid is verdwenen. Wanneer allen verantwoordelijk zijn is niemand verantwoordelijk. Dat is natuurlijk onbevredigend en draagt bij tot het gevoel van malaise en machteloosheid dat zich van ons meester heeft gemaakt. Maar als er één wèl zou optreden, zich niets aantrekkend van enige legitimatie, dan zou dat ongetwijfeld bij anderen tot protest leiden.
Onwillekeurig wordt een vergelijking getrokken - ook Pronk deed dat - met de laatste - succesrijke - operatie tegen een boosdoener: de Golfoorlog tegen Irak. Waarom kan tegen Servië niet wat tegen Irak wèl kon? Welnu, het succes tegen Irak was juist daaraan te danken dat er hier één staatkundige eenheid, de Verenigde Staten, was die beslissingen - en snel - kon nemen en nam.
Maar waarom doen de Verenigde Staten in Bosnië dan niet wat ze met zoveel succes in Irak hebben gedaan? Deze vraag vloeit logisch voort uit de voorafgaande vaststelling. Het antwoord is heel simpel: de Verenigde Staten hebben minder belang bij wat er in Bosnië gebeurt dan bij wat er in het Midden-Oosten gebeurde.
En dat was niet alleen een kwestie van olie, die er in het Midden-Oosten wèl, maar in Bosnië niet is. Het was ook een kwestie van machtsevenwicht in dat gebied van de wereld. Vergeet niet dat in 1990 de Sovjet-Unie nog bestond en Saddam Hussein min of meer als haar pion werd beschouwd. Expansie van Irak was - of liever: werd beschouwd als - expansie van de Sovjet-Unie. Bovendien ging het in 1990 om agressie tegen een ander land, terwijl het conflict in Bosnië als burgeroorlog is begonnen.
Die constellatie vinden we in de crisis van vandaag niet terug. Rusland heeft weliswaar zijn grote-mogendheidsaspiraties niet opgegeven, maar is oneindig zwakker - en afhankelijker van het Westen - dan de Sovjet-Unie vier jaar geleden was. Er is dus voor de Verenigde Staten geen enkele urgentie in te grijpen in Bosnië.
En humanitaire overwegingen dan? Kunnen die de Verenigde Staten niet tot ingrijpen dwingen? De Verenigde Staten hebben net een operatie achter de rug waarvan de motivering puur humanitair was: de interventie in Somalië, een land waarvan de strategische betekenis nihil is. Die operatie is - wat voorspelbaar was - op een fiasco uitgelopen. Aan die steen zullen de Verenigde Staten zich niet een tweede keer willen stoten.
En geef ze eens ongelijk. Bosnië ligt in Europa, en anders dan in Afrika is daar een groep landen die de pretentie heeft gelijkwaardig te zijn aan de Verenigde Staten: de Europese Unie. Laat zij eens tonen wat ze dicht bij huis waard is, is de natuurlijke reactie van de Amerikanen. Zeker, president Clinton en zijn naaste medewerkers hebben in de zaak-Bosnië blijk gegeven van nogal wat onbestendigheid en ook nogal wat fouten gemaakt, maar het zou onbillijk zijn hun de schuld van de Bosnische tragedie toe te schuiven.
Zij die geneigd zijn dit wèl te doen, betonen zich dan eigenlijk, zonder zich er misschien zelf van bewust te zijn, pleitbezorgers voor een Amerikaanse hegemonie. Heel wel - alleen: de hegemoon heeft er geen zin in hegemoon te spelen. President Clinton vindt dat dit alleen maar zou afleiden van zaken die volgens hem - en volgens de meeste Amerikanen - hogere prioriteit hebben. Maar heeft Bosnië bij de Europeanen zo'n hoge prioriteit?
Minister Kooijmans heeft na de bijeenkomst van de ministers van buitenlandse zaken van de EU in Luxemburg gezegd dat het enige positieve puntje van dit overleg was dat geen van de Europese landen die blauwhelmen hadden geleverd voor de VN-vredesmacht in Bosnië, zijn troepen wilde wegtrekken. Maar wat als de Serviërs, na Gorazde, hun aandacht gaan richten op Sebrenicá, Tuzla en andere ‘veilige’ plaatsen en luchtaanvallen kunnen hen, net als bij Gorazde, niet stoppen?
Er is geen strategie, omdat er geen internationale gemeenschap, universeel of Europees, bestaat. Zelfs de strateeg Pronk, die massaal grondtroepen naar Bosnië wil sturen om de ‘moordenaarsbende’ van de Bosnische Serviërs met ‘overkill’ te verslaan, kan daar niets aan veranderen.
En wie zal die ‘overkill’ moeten leveren? Amerika natuurlijk (hoewel Pronk dat er niet bij zegt). Misschien zal Clinton bereid zijn ‘overkill’ vanuit de lucht toe te passen, maar uiteindelijk zullen de Serviërs toch alleen maar op de grond verslagen kunnen worden, en dáárvoor de troepen te leveren is niemand bereid, behalve Pronk.
NRC Handelsblad van 22-04-1994, pagina 7