Wat lijkt is nog geen feit
In mijn taalstukken vermeld ik doorgaans de bron van de daarin weergegeven citaten niet. Die is meestal niet relevant. Relevant wordt zij pas wanneer, bijvoorbeeld, bewindslieden fouten maken. Ik citeer uit een brief van staatssecretaris Hans. J. Simons aan de Landelijke Specialisten Vereniging van 13 juni:
‘Hoewel de cijfers pas in augustus a.s. definitief worden lijkt zich een neerwaartse trend af te tekenen: ik beschouw dat als een nieuw feit.’ Iets wat lijkt is nog geen feit.
‘Dit zou betekenen dat de medisch specialisten financieel gezien, bovenop de verlenging naar 1994 van de reeds in 1993 getroffen tariefskorting, de aanvullende maatregelen minder substantieel behoeven te zijn.’ Hier is een woord weggevallen (voor?).
‘Nu de invulling van de aanvullende maatregelen financieel gezien minder consequenties behoeven te hebben...’ Behoeven?
Andere taalcuriositeiten uit de afgelopen vier weken:
‘Het Nederlandse paviljoen in de Giardini, begin jaren vijftig ontworpen door Gerrit Rietveld, is niet het enige dat deze architect in het buitenland realiseerde.’ Als je dit zo leest, denk je dat Rietveld meer paviljoens in het buitenland heeft gebouwd. Maar nee, uit het vervolg blijkt dat de schrijver dat niet heeft willen zeggen. Hij noemt, ‘naast enkele verbouwingen en kleinere opdrachten (...), zowel het Mgr. Verriet Instituut op Curaçao als de woningen op de Werkbundsiedlung in Wenen’. Dat zijn geen paviljoens. Dus: niet het enige dat..., maar het enige wat...
‘PvdA of D66 moeten straks premier leveren.’ Slechts één van de twee kan de premier leveren. Dus: moet.
‘Ter hoogte van Gorinchem bijvoorbeeld, waar in korte tijd de wethouder van financiën voor zijn vrouw een immens dierenhotel stichtte en een aangrenzend tuincentrum en seksclub respectievelijk stevig uitbreidden en verbouwden.’ Waarom is die wethouder plotseling meervoud geworden?
‘Het is een scène uit een van de meest fascinerende televisieprogramma's die ooit gemaakt is en het vijfde uit een reeks.’ Logisch zou zijn geweest: dat ooit gemaakt is (want het is het programma), maar ook dan zou het fout zijn geweest. Bovendien: wat is het vijfde uit een reeks: die scène of dat programma? Waar slaat, in het eerste geval, het op? In het tweede geval loopt de zin niet.
‘Een 51-jarige verzekeringsassuradeur heeft bekend 31 mensen te hebben opgelicht.’ Een assuradeur van verzekeringen?
‘Hiermee werd de Antwerpse Zoo een van de enige dierentuinen ter wereld die een natuurreservaat beheert.’ 1. Hoeveel enige dierentuinen zijn er ter wereld? 2. Hier staat dat een natuurreservaat dierentuinen beheert, maar is dat ook de bedoeling?
‘Ten slotte is het voor de raads- en statenleden zelf ook buitengewoon verhelderend om in plaats van de voorgekookte maaltijd in het restaurant eens een grondige blik “in de keuken” te werpen.’ Werpen ze anders die voorgekookte maaltijd in het restaurant?
‘Ondanks mijn aansporingen daartoe houden aanwezigen weer eens hun mond.’ Aansporingen waartoe?
‘Ook het oudere zusje zegt nu dat ook bij haar abortussen illegaal zijn afgebroken.’ Afgebroken zwangerschapsonderbrekingen dus? Bovendien staat er een ook te veel.
‘De andere ministers mogen al blij zijn als ze een halfuurtje belet krijgen.’ Belet krijgen betekent volgens Van Dale: niet ontvangen kunnen worden.
‘Maar die ideeën zijn in feite al door Van Kemenade en Klein, beiden uit het zogenaamde progressieve kabinet-Den Uyl, ten grave gedragen.’ Was dat kabinet een zogenaamd kabinet? Of is bedoeld: het zogenaamd progressieve kabinet?
‘Veel zou afhangen van het feit of de samenwerking tussen Nederland en de RIS een werkelijk vruchtbare zou worden.’ Als iets nog onzeker is is het geen feit.
‘Dat dit beeld niet geweldig is, hoort u mij niet beweren, maar betreft een andere discussie.’ Volgens mij is dit verkeerd: de bijzin die met Dat begint, wordt hier de eerste keer als lijdend voorwerp, de tweede keer als onderwerp gebruikt.
‘Desgevraagd vertelt hij dat Chana al uitgehuwelijkt was aan een jongen in Marokko. Saillant detail is dat óók Aydin al getrouwd is.’ Uitgehuwelijkt is niet hetzelfde als getrouwd. Waar slaat dat óók dus op?
‘Het zich met een niet geheel tegen verwarring gevrijwaarde en enigszins pretentieus adjectief als reformatorisch presenterende volksdeel vindt zijn politieke tehuis in de SGP.’ Een gevrijwaarde adjectief?
‘Het geeft een beeld van een door ideologische en sociale gronden als tot een conflict met de doordringende meerderheidscultuur gepredisponeerde partij.’ Wat is hier de functie van als? Dat komt ervan als je zulke ingewikkelde zinnen schrijft.
‘Een excentrieke gangster die besloten heeft dat kunst een belangrijk deel van zijn leven moet uitmaken, blijkt bereid wat geld in het debuut te willen steken.’ ‘Mark kwam in de vierde met de middelen om een 8 te kunnen halen.’ ‘Als ik de gave niet had te kunnen leren van mijn fouten, dan had ik deze prijs nooit gewonnen.’ ‘De beloning is een van de opsporingsmethoden om te trachten de daders te kunnen opsporen.’ Allemaal dubbelop.
‘Zij leerde hem dat de overheid door God is bekleed met gezag over haar onderdanen en dus gehoorzaamheid is verschuldigd.’ ‘Gaddafi heeft aangekondigd dat dieven voortaan niet meer naar de gevangenis zullen worden gezonden, maar een hand zal worden afgehakt.’ ‘Hij is later door de politie verwijderd en de toegang tot het park ontzegd.’ In die drie zinnen zijn onderwerp en derde naamval door elkaar gehaspeld.
‘Deze eis werd met boze bedoelingen gedaan.’ Ik doe een eis?
‘De belangrijkste bijdrage van de Denen was dat zij lid van de EG zijn gebleven, maar niet nadat ze toestemming hadden gekregen zich aan een aantal belangrijke verplichtingen te onttrekken.’ Ze zijn dus lid gebleven voordat (niet nadat) ze zich aan die verplichtingen mochten onttrekken? Of is bedoeld: niet dan nadat?
‘...maar zij maken zich minstens zoveel zorg over andere dingen dan waarover partijen zich opwinden.’ Bij zo past als meer dan dan bij een vergrotende trap.
‘Het is een betrekkelijk kleine groep, waarvan vijf procent jonger is dan achttien jaar en tien procent ouder.’ Hoe oud is de resterende 85 procent? vroeg ik in mijn vorige taalstuk. Antwoord: achttien jaar.
NRC Handelsblad van 16-07-1993, pagina 7