Maastricht maakt niet veel uit
Terwijl van de grote crisis van de jaren dertig nog gezegd kan worden dat zij haar oorzaken vond in de gebreken van het kapitalisme, is de crisis waarin de wereld - en vooral Europa - zich nu bevindt, grotendeels toe te schrijven aan de intrinsieke dwaling die het reëel bestaande socialisme - dit is het socialisme zoals dat in Oost-Europa in de praktijk werd gebracht - blijkt te zijn geweest. De puinhoop die het heeft achtergelaten, besmet een veel wijder gebied dan alleen Oost-Europa.
Het is Duitsland dat daar voorlopig de zwaarste lasten van draagt - en ogenschijnlijk van kan dragen. Met tientallen miljarden (in een bodemloze put) heeft het van de toen nog bestaande Sovjet-Unie de nationale hereniging gekocht. Maar die hereniging was, financieel gezien, een kat in de zak. De economie die Duitsland van de DDR heeft geërfd, blijkt een totale ruïne te zijn.
Tot in lengte van jaren zal Duitsland op z'n minst honderd miljard per jaar in dat gebied moeten pompen, zonder uitzicht overigens dat die investeringen spoedig renderend zullen zijn. In elk geval vormen deze openbare uitgaven een voortdurend inflatiegevaar, dat de Bundesbank alleen kan beteugelen door de rentetarieven hoog op te schroeven.
Maar daarmee krijgt wat een Duits probleem lijkt Europese, zo niet mondiale, proporties. De Westeuropese economiëen zijn immers, via het Europees Montaire Systeem, aan de D-mark gebonden. Wanneer in Duitsland de rentetarieven omhoog gaan, moeten de andere landen mee. Dat betekent: minder economische groei en meer werkloosheid in heel Europa.
De zwakke economieën houden dat niet vol en vallen af. Engeland en Italië zijn uit het EMS moeten stappen, daarmee de grootste Europese crisis sinds 1954 ontketenend. Als nog meer landen door de bodem van het EMS zouden zakken, en een sauve qui peut betrachten, zou dat het einde van ruim veertig jaar Europees eenheidswerk betekenen.
In dit licht is het van weinig belang of het Nederlandse parlement Maastricht al dan niet ratificeert. Ook als alle landen, incluis Denemarken in een reprise, Maastricht zouden ratificeren, is het nog onzeker of het verdrag wel uitgevoerd zal kunnen worden. Aan de stringente eisen verbonden aan het lidmaatschap van de Economische en Monetaire Unie - belangrijkste resultaat van Maastricht - zullen in elk geval heel wat landen niet kunnen voldoen.
We moeten dus de mogelijkheid, zo niet waarschijnlijkheid, van een stagnerend, zo niet desintegrerend, West-Europa onder ogen zien - gevolg van de gigantische lasten die de ineenstorting van het Sovjet-rijk, die voornamelijk toe te schrijven is aan interne oorzaken, op het belangrijkste land van Europa, Duitsland, gelegd heeft. Die lasten dragen we allemaal - zo niet direct, dan toch indirect.
Nu kunnen we natuurlijk vragen: had Duitsland in 1989 niet kunnen weigeren miljarden aan de Sovjet-Unie te beloven om de hereniging te kopen? Het antwoord is nee. Had het dan tenminste de DDR niet in haar sop kunnen laten gaar koken? Het antwoord is opnieuw nee.
Misschien had de bondsregering dat allemaal wel moeten doen, maar redenen van interne politiek maakten haar dat onmogelijk. Trouwens, de afdracht van die miljarden, die nu een belangrijke oorzaak van de Europese crisis blijkt, stuitte toen nog op het minste bezwaar bij Duitslands partners, die meer bezorgd waren over Duitslands vergroting en versterking.
De implosie van het reëel bestaande socialisme heeft onvermijdelijk ook politieke gevolgen, die zich in West-Europa doen voelen en nog zullen doen voelen. De burgeroorlogen in de voormalige Sovjet-Unie hebben nog geen vluchtelingenstromen westwaarts in gang gezet, maar op zich zelf is er geen reden aan te nemen dat wat de interne toestand in het voormalige Joegoslavië heeft geproduceerd de interne toestand in de voormalige Sovjet-Unie niet zal voortbrengen.
Het is alweer in Duitsland dat de politieke gevolgen zich het eerst manifesteren. De oude DDR is niet alleen economisch, maar ook psychologisch een ruïne. Dat, meer dan neo-nazistische regie, is verantwoordelijk voor de uitbarstingen in Rostock en andere Oostduitse steden - uitbarstingen die de eventuele investeerder ervan zullen afschrikken zijn geld daar te beleggen. Een vicieuze cirkel.
De andere Europese landen mogen overigens, met al hun kritiek op de ontwikkeling in Duitsland, wel bedenken dat het zeer liberale asielrecht, dat de stromen van vluchtelingen (meestal niet politieke vluchtelingen) mogelijk maakt, die nu vele Duitsers tot onplezierige reacties verleiden, het naoorlogse Duitsland door de bezetter is opgelegd. Een reden te meer om nu niet de handen in onschuld te wassen.
Hoe dit ook zij - de economische, sociale en politieke ontwikkelingen die de ineenstorting van het reëel bestaande socialisme heeft ontketend in West-Europa, lijken - Maastricht of niet Maastricht - niet door het Europese systeem dat zijn centrum in Brussel heeft, beheerst te kunnen worden. En dat de Verenigde Staten, net zoals in 1947, op gelukkige wijze de zaak in Europa in handen zullen nemen, hoeven we evenmin te verwachten. Zij zijn te veel met eigen, interne problemen behept om nog als reserve te kunnen dienen.
Moet dit alles onze houding ten aanzien van Maastricht benvloeden? Nee, want voor het proces dat in Europa (Oost en West) aan de gang is, maakt Maastricht niet veel uit - te minder indien het, hoewel geratificeerd, toch niet uitgevoerd zou worden, Nederland kan het dus rustig ratificeren. Het heeft trouwens geen andere keus, nadat Frankrijk en Duitsland zich ervoor uitgesproken hebben. Maar bespaar ons de hoogdravende toekomstverwachtingen, die bij Europese festijnen gebruikelijk zijn.
NRC Handelsblad van 13-10-1992, pagina 11