Klappen met één hand
Maastricht werpt zijn schaduw vooruit. Ik lees: ‘Frankrijk en Nederland, beide mede-oprichters van de Europese Gemeenschap...’ Wat? Had de EG maar twee oprichters: Frankrijk en Nederland? Zou het niet beter zijn geweest om hier, Frankrijk en Nederland personifiërend, beiden te schrijven.
Andere taaleigenaardigheden van de vorige maand: ‘Het liefst had hij een Martini in de ene hand en een sigaret in de andere, knippend met zijn vingers op de maat van een jazzplaat’. Bij nader inzien is het geen taaleigenaardigheid, maar eigenaardig is het wel. Zoiets als klappen met één hand.
Op de kwitantie van de NS voor reservering van een zitplaats in een internationale trein staat: ‘Niet geldig als reserveringsbewijs-te overleggen in geval van reclames’. Betekent dit dat er in geval van reclames overlegd moet worden en, zo ja, met wie? Waarschijnlijk niet, want in de Franse tekst staat er: ‘Non valable comme titre de réservation-à présenter en cas de réclamation’. De kwitantie is dus niet te overleggen, maar over te leggen.
‘Iedereen benijdt wat hij of zij niet heeft.’ Nee, iedereen benijdt degeen die heeft wat hij of zij niet heeft.
‘Zo'n langdurig rijpingsproces is bij Ter Haar niet voorafgegaan.’ Waaraan?
‘Hij stierf in juli 1987, maar niet nadat hij een advocaat had ingeschakeld om DSM aan te klagen.’ Hij stierf dus voordat (= niet nadat) hij een advocaat had ingeschakeld. Of is bedoeld: niet dan nadat?
‘De belangrijkste reden om vogels in de winter te voeren is de mogelijkheid ze van dichtbij te kunnen bekijken.’ Dubbelop.
‘De hervormingsgezinde geestelijken wisten ook meer groepen voor zich te winnen dan alleen zij die direct financieel van de omwenteling profiteerden.’ Waren die geestelijken dus succesrijker dan die profiteurs? Of is bedoeld dat zij niet uitsluitend profiteurs wisten te winnen? Het woordje alleen duidt erop dat het laatste is bedoeld. Maar dan had het niet zij moeten zijn, maar hen (of degenen - dan ben je van alle moeilijkheden af).
‘De hooggespannen verwachtingen die hij koesterde van zijn meesterwerk Die Welt als Wille und Vorstellung zijn de bodem ingeslagen.’ Zijn zij ingeslagen of is hun de bodem ingeslagen?
‘Er zijn twee dingen, die bestudering van taboes ons over de moraal van vroeger tijden kunnen leren. Ten eerste doen ze ons blijken, wat de mensen het meest respecteerden.’ Kunnen en blijken? (Ik zou ook die komma's weggelaten hebben, zeker de eerste.)
‘De landbouwkundige J.G. Veldink rekent hem zelfs tot één van de landbouwpioniers van de negentiende eeuw.’ Wie rekent hij nog meer tot die ene landbouwpionier?
‘Veel nadruk wordt gelegd op de aanwezigheid van zo'n 25 internationale instituten, waaronder de Japanse Teikyo-universiteit, dat zich in Maastricht vestigde.’ Waar slaat dat op?
‘De beelden zijn alle afkomstig uit Franse musea, een verzameling die men nooit meer allemaal tegelijk te zien zal krijgen.’ Zal men die verzameling nooit meer allemaal tegelijk te zien krijgen of die beelden nooit meer allemaal tegelijk?
‘Van Leenen maakte er nooit geen geheim van dat de successen hem verbaasd hadden.’ Dus hij maakte er altijd een geheim van.
‘Bij gelijke geschiktheid van kandidaten zal aan een vrouwelijke medewerkster de voorkeur worden gegeven.’ Dat is zuur voor mannelijke medewerksters.
‘En dan komt het aanbod: drie gouden ringen voor de aantrekkelijke prijs van f 975. Maar wie een bestelling doet, krijgt te horen dat de prijs helaas meer dan viermaal hoger is dan in de folder staat. Ze moeten f 4250 kosten.’ Viermaal hoger dan f 975 is f 4875. Waarschijnlijk is bedoeld: viermaal zo hoog (= f 3900). Het is een fout die vaak voorkomt.
Nu de onuitroeibare constructie. Aan de hand van twee voorbeelden kan bijna mathematisch aangetoond worden dat zij verkeerd is: ‘Brazilië moet een van de eerste landen zijn die in aanmerking komt voor schuldvermindering.’ ‘Het was juist een van die vraaggesprekken die in Bonn toch enige twijfel had gezaaid.’
Als men met alle geweld in de bijzin het enkelvoud had willen hanteren, dan had men toch in beide zinnen dat, in plaats van die, moeten schrijven. Die kan alleen maar slaan op, respectievelijk, landen en vraaggesprekken; en moet dan de meervoudsvorm beheersen.
In mijn vorige taalrubriek had ik Gerrit Komrij geciteerd, die had geschreven: ‘iedereen die een kop groter is dan ons’, en ik had me afgevraagd of hier sprake was van Engelse of Portugese invloed. Een lezer te Winterswijk (waar Komrij geboren is) schrijft mij dat deze vorm in de Achterhoek heel gewoon is. De Achterhoeker zegt, merkwaardigerwijs, òf: ‘groter als wij’ òf: ‘groter dan ons’.
Ten slotte een fout van mezelf, zij het niet van het type dat ik doorgaans hier behandel. Op 8 november schreef ik: ‘...door het begrip “coup” wel heel erg uit te dijen’. Een lezer maakt mij er opmerkzaam op dat uitdijen uitsluitend als onovergankelijk werkwoord bestaat. Waarvan akte.
NRC Handelsblad van 03-12-1991, pagina 9