Hun boeman is niet Hussein
Mient Jan Faber, die nog altijd secretaris van het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) is, mag dan nog zoveel waarschuwen dat ‘de vredesbeweging niet in het vaarwater van het anti-amerikanisme moet komen’, het is onvermijdelijk dat dit wel gebeurt.
Immers, ieder protest - en de vredesbeweging leeft van protesten - keert zich tegen iemand of iets. Zou de vredesbeweging Saddam Hussein tot het mikpunt van haar huidige protest maken - waar overigens alle reden voor zou zijn, want hij is met de oorlog begonnen - dan zou haar actie tegen Nederlandse deelneming aan de operaties tegen Hussein enigszins onlogisch lijken. Vandaar dat Amerika, dat die operaties leidt, de boeman moet zijn.
Dat verdriet Mient Jan Faber, die zelf niet anti-amerikaans is (anders zou hij, bijvoorbeeld, niet kind aan huis bij de NAVO zijn). Het siert hem dat hij zich niet op sleeptouw wil laten nemen door de gevoelens die overheersen in de club waarvan hij een der voormannen is. Maar er is iemand door wie hij zich wel zo nu en dan op sleeptouw laat nemen, en die is wel anti-amerikaans.
Verleden week nog heeft hij samen met haar - want het is een vrouw - een artikel geschreven in HP-De Tijd. Dat was niet de eerste keer, want in 1984 publiceerde hij met Mary Kaldor - zo heet ze - een stuk waarin ze beweerden dat West-Europa, net zo goed als Oost-Europa, door vreemde troepen bezet was. Dat was toen zelfs velen in de vredesbeweging te gortig, zodat ze een jaar later moesten terugkrabbelen.
Het artikel in HP-De Tijd van vorige week is, zoals meestal het geval is met artikelen die door twee mensen geschreven zijn, rommelig en daardoor niet overtuigend. Bovendien staat het vol met onbewezen stellingen en feitelijke onjuistheden. (Zo wordt, wat het laatste betreft, beweerd dat de regering-Truman in 1959 een bepaalde veiligheidsconceptie aanvaardde - dus zes jaar nadat president Truman plaats had gemaakt voor zijn opvolger Eisenhower.)
De conclusie van hun artikel is: ‘het Amerikaanse beleid - zowel tijdens de Koreacrisis (1950) als nu tijdens de Golfcrisis - wordt gekenmerkt door een unilaterale opstelling, militarisme, anticonstitutioneel gedrag en het controleren van de Verenigde Naties’. Geen van die beschuldigingen wordt gestaafd, en tegen alle kunnen gemakkelijk tegenbewijzen aangevoerd worden.
Dat ze uit Kaldors koker komen is niet moelijk aan te tonen: ‘controleren van de Verenigde Naties’ is een letterlijke, maar verkeerde vertaling uit het Engels (Kaldor is Engelse). Control - wat zeker in de oorspronkelijke tekst heeft gestaan - betekent namelijk niet controleren of controle, maar beheersen. Welnu, anders dan in 1950 (de Koreacrisis) beheerst Amerika de VN allang niet meer. Dat het in de Golfcrisis een meerderheid achter zijn beleid heeft gekregen, betekent nog niet dat het ze beheerst.
Zulke kreten en onjuistheden kunnen de ‘senior fellow’ aan de Universiteit van Sussex die Kaldor is kwalijker genomen worden dan de natuurwetenschapsman en actievoerder Faber, maar deze kan blijkbaar intellectueel niet op tegen de gehaaide Kaldor. En zo is hij medeverantwoordelijk voor het anti-amerikanisme in de vredesbeweging, dat hij zo betreurt.
Ook heeft hij in dat anti-amerikanisme geen reden gevonden niet deel te nemen aan de door het IKV en de Raad van kerken gesponsorde protesttocht die zaterdag in Den Haag werd gehouden. Daar werd, onder anderen, de vertegenwoordigster van de joodse vredesbeweging door gejoel, tromgeroffel, geratel en gefluit het spreken onmogelijk gemaakt. Daardoor geschrokken - wel een beetje laat - heeft het IKV besloten niet aan de demonstratie van morgen in Amsterdam mee te doen.
Iemand die al eerder doorhad hoe de vlag er in de vredesbeweging bij hangt, is de oud-voorzitter van het IKV Ben ter Veer, die vanaf het begin van het Golfconflict het Amerikaanse beleid heeft verdedigd. ‘Dat werd me binnen het IKV’ - dus ook binnen het IKV zelf! - ‘niet in dank afgenomen’, zegt hij in Trouw van maandag. ‘Maar als Amerika niet het voortouw had genomen, hadden de Westeuropese landen niets gedaan en dan hadden ze die man laten lopen.’
‘Die man’ is natuurlijk Saddam Hussein, volgens Ter Veer ‘een uiterst rucksichtslos figuur, die vanuit een gevaarlijke ideologie het hele gebied wil beheersen’. Ter Veer heeft er dus ‘vrede mee dat de oorlog is uitgebroken’ en de uitspraak van de paus dat oorlog nooit een geschikt middel is om conflicten tussen staten op te lossen is ‘onzin’, vindt de man die nog steeds de rooms-katholieke kerk in het IKV vertegenwoordigt.
Overigens is de paus niet de enige kerkelijke autoriteit die het niet bij bidden laat. Zo had de protesttocht in Den Haag plaats onder de zegen van de Raad van kerken in Nederland. Maar die heeft zich al voor zoveel - soms onderling vijandige - karretjes laten spannen (zo betracht hij een ‘dubbele solidariteit’ jegens Israel en de PLO), dat hij zijn morele gezag misschien nog niet helemaal kwijt is, maar de gelovigen intussen wel de kluts.
Een van de populairste leuzen bij die demonstraties tegen de Golfoorlog is natuurlijk ‘Geen bloed voor olie’ (overigens niet door het IKV goedgekeurd). Alsof het uitsluitend of zelfs in de eerste plaats om olie ging! En dan nog: als Saddam Hussein de olie van het hele Midden-Oosten zou beheersen, zouden die protesteerders dat, met ons allen, direct of indirect in hun portemonnee voelen en dus wel anders piepen. Met andere woorden: olie is niet het voornaamste, maar wel een heel rechtmatig motief voor optreden tegen Saddam Hussein.
NRC Handelsblad van 25-01-1991, pagina 11