1991
Een keizer zonder kleren?
Het was, geloof ik, een Amerikaanse minister van buitenlandse zaken die, in de jaren veertig gevraagd naar Amerika's houding tegenover de burgeroorlog die toen in China woedde, antwoordde: ‘Let the dust settle’. Eerst moet het stof gezakt zijn. Nu de kranten vol staan van nieuws en commentaar over de oorlog in de Golf, voel ik er veel voor dit voorbeeld te volgen en mijn commentaar, dat overigens weinig zou kunnen toevoegen aan het vele wat er al over gezegd en geschreven is, op te schorten.
Er is trouwens, dichter bij huis, iets anders aan de gang, waarvoor de aandacht verloren dreigt te gaan in het geweld dat uit de Golf tot ons doordringt. Ik bedoel natuurlijk de gebeurtenissen in de Sovjet-Unie, die ons wel eens zouden kunnen dwingen tot herziening van onze kortstondige veronderstellingen over het einde van de Koude Oorlog, de normaliteit van de Sovjet-Unie en, in het bijzonder, de wijsheid en berekenbaarheid van Gorbatsjov.
Aan het laatste klampen we ons nog vast. Maandag nog zei minister Van den Broek, aldus de Volkskrant, dat als er enig spoor was geweest van Gorbatsjovs betrokkenheid bij de slachtpartij die zaterdagavond in Vilnius had plaatsgehad de Europese Gemeenschap haar technische en economische hulp aan de Sovjet-Unie zou hebben opgeschort. Daar Gorbatsjov echter had ontkend er van tevoren iets van geweten te hebben, werd hem het voordeel van de twijfel gegund. Daags daarna nam de Tweede Kamer deze redenering min of meer over.
Toch is dit een merkwaardige redenering. Immers, wie is er verantwoordelijk in de Sovjet-Unie, anders dan de man die meer bevoegdheden heeft verzameld dan zelfs Stalin ooit gehad heeft? Ook al zou het waar zijn dat hij even verrast is geweest door het geweld in Vilnius als ieder ander, dan zou hem dit nog niet van zijn verantwoordelijkheid hebben ontslagen. Latere uitlatingen van hem over het gebeurde in de Litouwse hoofdstad tonen overigens aan dat verrassing nog geen spijt betekent.
Ook lagere goden wassen hun handen in onschuld. De minister van defensie, maarschalk Jazov, zegt dat het de plaatselijke commandant is die de beslissing heeft genomen, en daar moeten we begrip voor hebben. Immers, ‘hij woont daar. Hij kent die anti-Sovjetpropaganda, en overmeesterd door emotie heeft hij bevel gegeven onmiddellijk het radio- en televisiestation te bezetten om een einde aan de propaganda te maken’.
Ziezo, nu weten we het: het is niet Gorbatsjov, het is zelfs niet de minister van defensie die in de Sovjet-Unie de dienst uitmaakt, maar het zijn de plaatselijke commandanten en die laten zich daarbij door hun emoties leiden. Wat er in Vilnius is gebeurd, evenaart misschien nog niet het bloedbad op het Pekingse Plein van de Hemelse Vrede, maar de toestand in de Sovjet-Unie begint wel te lijken op die in het China van de war lords.
Dat militairen een eigen beleid voeren, dat soms dat van Gorbatsjov ondermijnt, was al eerder gebleken. Zo blijkt het saboteren van het verdrag over de conventionele strijdkrachten in Europa, waar Gorbatsjov in november zijn handtekening onder zette, een bewuste poging te zijn om het militair-industriele complex te beschermen tegen de ‘misrekeningen van de Sovjet-diplomatie’.
Die woorden zijn van een zekere Litov, die in een artikel in Sovjetskaja Rossia dit openlijk toegeeft. Duizenden tanks, pantserwagens en kanonnen zijn naar het gebied achter de Oeral vervoerd, opdat zij niet meegeteld zouden worden in de overeengekomen wapenreducties. Ook zijn op het laatste ogenblik twee divisies die moesten verdwijnen, omgedoopt in mariniersdivisies, zodat ze konden ontsnappen aan het verdrag.
(Tussen haakjes: Litov vermeldt ook zonder blikken of blozen dat dat massale wapenvervoer duizenden wagons heeft geeist, die anders voor het vervoer van het pas geoogste graan zouden zijn gebruikt. En wij, onnozele halzen, op gezag van Han Lammers, Marcel van Dam en enkele Amsterdamse en andere kooplieden maar dokken voor voedsel voor Rusland!)
Ook hier is de vraag niet terzake doende of Gorbatsjov al dan niet ervan af wist. Wel rijst de vraag in hoeverre hij - hoezeer ook formeel verantwoordelijk - de aangewezen gesprekspartner is. Ook zijn handtekening onder het Handvest voor een Nieuw Europa, eveneens in november tot stand gekomen, is een aanfluiting geworden. Het zegt immers dat ‘werkelijke vooruitgang niet mogelijk is ten koste van de rechten en vrijheden van individuen en naties’.
Wat de Baltische landen betreft, is het overigens heel waarschijnlijk dat Gorbatsjov, als echte Rus, oprecht meent dat zij bij de Sovjet-Unie behoren te blijven. Ze zijn per slot van rekening eeuwenlang deel van het Russische rijk geweest, en even oprecht menen miljoenen Russen dat niet zij, maar de Balten van die unie geprofiteerd hebben. De hogere levensstandaard in het Baltische gebied versterkt hen in dat geloof.
Daarom zal het Westen geen willig oor bij hem vinden als het de zelfbeschikking van die naties ter sprake zou willen brengen. Weliswaar heeft hij op 7 december 1988 voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties verklaard: ‘Vrijheid van keuze is een universeel beginsel, dat geen uitzondering duldt’, maar met ‘vrijheid van keuze’ bedoelt hij in werkelijkheid, zoals I.F. Stone kort voor zijn overlijden in een lang artikel in The New York Review of Books (16 februari 1989) aantoonde, absolute nationale soevereiniteit en niet-inmenging in binnenlandse aangelegenheden.
Maar is dit belangrijk als het waar is dat Gorbatsjov een keizer zonder kleren is geworden: veel bevoegdheden, maar geen macht? Heeft zelfs de leus ‘Gorbatsjov helpen’ nog zin, als dat zo is? Een land zal in elk geval aan die fictie (als het een fictie is) willen vasthouden, en dat is Duitsland. Het heeft er zelfs goede redenen voor.
Immers, de Sovjet-Unie heeft de verdragen die de Duitse hereniging en de terugtrekking van de Russische troepen uit de ex-DDR regelen, nog niet geratificeerd. Zoals de eerdergenoemde Litov ervoor pleit het verdrag over de conventionele strijdkrachten in Europa niet te ratificeren, zo heeft kolonel Petroesjenko, een van de bewerkstelligers van Sjevardnadzes val, er al op aangedrongen de Duitse verdragen niet te ratificeren.
Het is moeilijk denkbaar dat de Sovjet-Unie op deze schreden zou willen terugkeren. Ze zou dan de toegezegde Duitse miljarden mislopen. Maar als het waar is dat er in feite een machtsvacuum in Moskou is, dan is het niet meer interessant wat Moskou vindt, maar wat de Russische war lords in Duitsland, die nog 370.000 man onder hun bevelen hebben staan, doen. De onderhandelingen met Polen over de terugtrekking van de Russische troepen die in dat land staan (50.000 man plus 40.000 man aanhang), verkeren in een ernstige impasse.
In dit licht bezien is het misschien verstandig Gorbatsjov te blijven erkennen als de man om wie alles in de Sovjet-Unie draait (althans: die fictie te handhaven), totdat de Russische troepen de ex-DDR en Polen inderdaad hebben ontruimd, en daarna pas druk uit te oefenen teneinde de Sovjet-Unie ertoe te bewegen haar internationale verplichtingen ten opzichte van de Baltische landen na te komen.
Intussen lijkt het niet verstandig nu alvast te doen alsof de vrede in Europa verzekerd is. Heeft minister Ter Beeks defensienota, die nu toch wel langzamerhand klaar zal zijn, rekening gehouden met de allerlaatste ontwikkelingen? Of ademt zij de euforie die nog een paar maanden geleden gerechtigd leek?
NRC Handelsblad van 18-01-1991, pagina 9