Spiegel van de doorluchtige vrouwen(1606)–Daniël Heinsius– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio 6v] [fol. 6v] 2. Lucia die haer selven de ooghen vvtstack, omdat zy vanden tyrant niet en soude vercracht worden. VVAer met hebb' ick verdient, dat ick hem zoud' behaegen Die ick niet lyden mach, die ick niet can verdraegen, Den roover van mijn eer, de oorsaeck van mijn quaet, Den vyant van mijn deucht, die naer mijn cuysheyt staet? Mijn ooghen hebben schult: de spiegels van mijn leven, Die hebben teghen my verborghen raet ghegeven. Daer salick wraeck van doen, als oorsaeck van mijn scha[ndt], En mijn verraders beyd' wtrucken met de handt. [Folio 7r] [fol. 7r] Vorige Volgende