Nederduytsche poemata 1616(1983)–Daniël Heinsius– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 32. Cosi de ben amar porto tormento. Den liefelicken schijn van haer twee schoone oogen Die trecken my tot haer wanneer zy sich vertoogen, Vertoogen ah! eylaes. ick schijne my te sijn Verloren als ick ben van d'oorsaeck van mijn pijn. By d'oorsaeck van mijn pijn woud' ick wel altijdt wesen, Als ick ben by 't verderf, soo schijn ick te genesen. Ick vlieg' rontom het vier, ick blijf in eenen standt, Ten sy dat ick my self vind' ganschelick verbrandt. Vorige Volgende