Nederduytsche poemata 1616
(1983)–Daniël Heinsius– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26]
| |
Die Knotter u soo seer behaecht,
Komt haer begeven in dijn' handen.
Omhelst haer, stootse niet van dy
Daer sich de Goden met verlusten:
En wat ghy doet hoe swaer hetsy
Laet wat om haren wille rusten.
VVant Iupiter self soo men seyt,
Als Phoebi stem is opgeheven,
Heeft zijnen donder neer geleyt,
Om hem tot vreuchden te begeven.
|
|