om één uur precies bezoek krijgt van het Bestuur van de kiesvereeniging....’
‘Kiesvereeniging....’ echoode de heer Hompelaar verrast en verbaasd.
‘Zu dienen,’ vervolgde de onaangename: ‘wij - dat zijn de dokter, de notaris en ik - hebben opdracht je officieel aan te vragen of je eventueel een candidatuur zou aanvaarden....’
‘Da's héél vereerend,’ stamelde de heer Hompelaar.
‘.... We zijn overtuigd dat jij 't háált - Je heb 'n goeden naam, 'n goede reputatie en dat behoef 'k je wel niet te zeggen 'n roep van kènnis....’
‘O,’ boog de heer Hompelaar verlegen-glimlacherig.
‘Dus je wil ons om één uur ontvangen?’
‘Zeker, zeker,’ zei de heer Hompelaar, gevleid.
‘Goed - dan ga 'k dadelijk weer weg,’ glimlachte Stips - bij tijden had-ie 'n àllercharmantst gezicht - ‘om één uur precies. Dan heeft de notaris tegelijk 'ns gelegenheid om met je boekerij kennis te maken. Daar is-ie gewoon jaloersch op. Je weet of je weet misschien niet, dat-ie oòk zoo'n boeken-smulhannes is. Tot ziens, amice....’
Nadat de heer Hompelaar het kolossaal nieuws aan mevrouw had verklaard, die al nerveus werd ènkel bij de gedàchte dat de naam Hompelaar op zooveel plakbiljetten zou verschijnen, trok zich de heer H. naar zijn studeerkamer terug, waar hij begon met de gordijnen òp te halen.
Toen, zichtbaar voor de enkle voorbijgangers buiten, zette hij zich in zijn leunstoel, keek formidabel-geaffaireerd naar de Eeuwigheid boven zijn bureau-ministre. Op de vragen van gemeente-politiek die ze 'm zouen stellen, kon-die antwoorden als de eerste de beste - niet om niet las hij het magnifiek gere-