Kinderliederen
(1863)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij
[pagina 91]
| |
[pagina 92]
| |
haar bij het stoiej-en; Waar an ----------- ders, waar
an ----------- ders, waar an -- ders zou gras en waar
bloe-men voor groeij-en, waar bloemen voor groeijen en
| |
[pagina 93]
| |
bloeij ----- en, En wie er een knor --- rig ge-
zigt-je bij trekt, Of wie er bij geeuwt of bij
schreeuwt, als wij stoeij-en, Die hoeft niet te zien hoe de
| |
[pagina 94]
| |
bloemkens al groeijen, Die hoeft niet te zien hoe de
bloemkens al groeijen en bloeij ----------- en, Hij
trek maar naar huis en hij kruip in de hoek, De
| |
[pagina 95]
| |
brom- pot! die mort en die knort bij het stoeijen, Voor
hem is het niet, voor
hem, voor hem is het niet voor
| |
[pagina 96]
| |
hem is het niet dat de bloemkens zoo groeij-en, de
bloemkens zoo groeijen en bloeij --- en en bloeij ----- en.
|
|