Kinderliederen
(1863)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij
[pagina 46]
| |
[pagina 47]
| |
morgen naar school zijn ge-gaan, Waart gij al lang aan het
kloppen en slaan, Toen wij van morgen naar school zijn ge-
gaan, Waart gij al lang aan het klop-pen en slaan;
| |
[pagina 48]
| |
Oef! wat een werken en zweeten is dat, Wacht eens een
om-zien en rust e--reis wat!
Maat-jes, je ziet er zoo
dom nog niet uit. Maar van het smeden ver-sta je geen
| |
[pagina 49]
| |
duit, 't IJzer is gloeijend, zoo als je-lui ziet, Wacht ik een
beet-je, dan deugt het weêr niet.
Denk er om jongens! 't is
goed dat je 't weet, IJ-zer dat deugd houdt, moet gloeijend ge-
| |
[pagina 50]
| |
smeed, Denk er om jon-gens! 't is goed dat je 't weet.
IJ--zer dat deugd houdt, moet gloei-jeud ge---smeed!
Hei-sa! Dat hamert er lustig op toe, Hei-sa! Dat hamert er
| |
[pagina 51]
| |
lus--tig op toe, Hei---------------sa!
|
|