Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 231] [p. 231] Met smachtend harte. De zwaluw, door Gods hand gedragen, Drijft veilig door de hooge lucht, Gespoord door de onverwinbre zucht Naar heldrer hemel, zoeler dagen; Zij zweeft langs berg en oceaan, Tot waar zij 't heilig Oost ziet blinken - En wijkt ten regten noch ten linken Van de eenmaal afgeperkte baan. Doe zóo ons harte naar U smachten, ô Heer! - geleid zóo onzen voet; Ontsteek de zucht in ons gemoed Naar U, naar U alléen te trachten! Behoed ons, wandlend aan Uw hand, Van 't afgebaande spoor te dwalen... Tot dat we ons koestren in de stralen En gloed... van 't Hemelsch Vaderland! Vorige Volgende